Rouwen ( 6 )

“ Jezus liep naar het graf, een spelonk met een steen voor de opening. Hij zei: “ Haal de steen weg. “ Martha, de zuster van de dode zei: “ Maar Heer, de stank! Hij ligt er al vier dagen! “ Jezus zei tegen haar: “ Ik heb je toch gezegd dat je Gods grootheid zult zien als je gelooft? “ Toen haalden ze de steen weg. Daarop keek Hij omhoog en zei: “ Vader, Ik dank U dat U Mij hebt verhoord. U verhoort Mij altijd, dat weet Ik, maar Ik zeg dit terwille van al die mensen hier, opdat ze zullen geloven dat U Mij gezonden hebt. Daarop riep Hij : “ Lazarus, kom naar buiten” De dode kwam te voorschijn, zijn handen en voeten in linnen gewikkeld, en Zijn gezicht bedekt met een doek. Jezus zei tegen de omstanders: “ Maak de doeken los, en laat hem gaan. “ ( Johannes 11 : 38 – 44 )

Joodse graven bestonden uit natuurlijke of kunstmatige grotten waarvan de ingang met een grote platte steen werd afgesloten. Een begrafenisplechtigheid werd beëindigd door het plaatsen van de steen. Jezus beval de omstanders om de steen weg te halen. Hij wilde dat iedereen de overledene zou zien liggen. Het zou alle omstanders duidelijk zijn dat het om een dode ging voor wie de weg naar het leven terug gebaand zou worden. Niemand zou later kunnen zeggen dat het tovenarij of een geestverschijning betrof.
Martha werd op dit cruciale ogenblik aangevallen door paniek en ongeloof. Ze riep weerloos dat Jezus dit niet kon maken, omdat het lichaam van Lazarus al aan het ontbinden was. Maar Jezus haalde haar uit haar paniekaanval door haar aan Zijn beloften te herinneren. Zachtaardig maar vastbesloten vroeg Hij of ze niet meer wist wat Hij gezegd had. De uitwerking van Zijn woorden liet niet lang op zich wachten. Als een lichtflits kwamen de woorden weer bij Martha terug. Ja, inderdaad, alles ging in tegen haar natuurlijke gedachten. Maar aan Jezus was altijd alles anders geweest. Hij was alles wat andere mensen niet waren. Hij was een en al vertroosting, Geest en Leven.
Toen zei Martha niets meer, ze liet de Heere Jezus Zijn eigen weg gaan, en hield Hem niet langer tegen.
Mensen namen de steen weg. Jezus deed daarop Zijn Goddelijk werk: Leven geven.
In de eerste plaats begon Hij Zijn Vader in de hemel te danken.

Jezus hief Zijn ogen omhoog, naar de hemel, waar God was. Hij keek over het graf en de dode man heen naar de hemel, waar Zijn kracht vandaan kwam. Zijn aanspraak tot God kwam met grote overtuiging. “ Vader Ik dank U “ begon Hij om vervolgens Zijn Vader te loven en te prijzen voor dat wat er zou gaan gebeuren. Jezus was zo overtuigd van de werkelijkheid van Gods beloften dat Hij dankte voordat Hij Lazarus opwekte. Daar kunnen wij veel van leren: De Heere wil altijd gedankt en geprezen worden.
Wie overtuigd is van de werkelijkheid van een God die ons altijd hoort, heeft ook altijd reden om dat te doen.
Jezus vond het gebed zo belangrijk dat Hij het zelfs de sleutel maakte tot het wonder dat Hij verrichten zou. Het gebed zou Zijn schat van Goddelijke genade en kracht ontsluiten.
Bijna opgewekt klonk het uit Jezus` mond: “ Ik wist al dat U Mij altijd hoort. Ik ben ervan verzekerd, en dank U ervoor. “
Het bidden van Jezus gaf alle mensen die bij het graf aanwezig waren – en in het bijzonder Zijn leerlingen – moed om Hem hierin na te volgen. ( 1 Joh. 5 : 14, 15 )

De luide roep van Jezus beval de ziel van Lazarus om terug te komen uit het dodenrijk.
De luide roep van Jezus was een indicatie van de luide roep die uitgaat van het Evangelie van het koninkrijk van God die zondaren uit de geestelijke dood terugroept. De luide roep van Jezus was ook een indicatie van de roep van de aartsengel op de laatste dag via de klank van de bazuin waardoor alle doden zullen worden opgewekt omdat Christus terug zal komen op de wolken van de hemel.
De luide roep van Jezus was kort, maar vol kracht. Jezus riep Lazarus bij Zijn Naam, zoals Hij dat elke mens doet die Hij tot Zich roept.

En het wonder gebeurde. Lazarus` lichaam en ziel kwamen weer bij elkaar, en Lazarus kwam uit het graf, springlevend en gezond. Alle mensen die getuige waren van zijn opstanding moeten wel buiten zichzelf geweest zijn van verbazing en ontzetting. Jezus zette ze aan tot handelen door de opdracht te geven om de grafdoeken van Lazarus weg te halen, en hem te ontbinden.

De Heere Jezus brengt altijd Leven.
In de tijd van Zijn rondgang hier op aarde verrichtte Hij opstandingswonderen om de mensen tot het geloof te brengen.
Na Zijn opstanding en hemelvaart zijn er geen doden meer opgewekt. Jezus was Zelf opgestaan, er waren geen tekenen meer nodig.
Vandaag vraagt de Heere van ons om te geloven in Zijn Woord.
Jezus leeft in eeuwigheid. Ieder die in Hem gelooft leeft ook in eeuwigheid.
In de hemel, bij God is een plaats waar alle gelovigen voor altijd bevrijd zijn van de dood. ( Lucas 20 : 36 / Openbaringen 21 : 3, 4 ), van de nacht ( Openbaringen 22 : 5 ), van honger en dorst ( Openbaringen 7 : 16 ), van tranen, pijn en verdriet ( Jesaja 65 : 19 – 23 / Openbaringen 21 : 4 ) !
Als wij verdrietig zijn om de dood van onze geliefden is er geen betere troost dan om onszelf ertoe aan te zetten de plaatsen in de Bijbel op te zoeken die ons iets vertellen over de hemel, waar Christus is, en waar onze dierbare doden ook zijn.

2 responses to “Rouwen ( 6 )

  1. You are really a excellent webmaster. This web site loading velocity is incredible.

    It kind of feels that you are doing any unique trick.
    In addition, the contents are masterpiece. you have performed
    a fantastic activity in this subject! Similar here: <a href="[Link deleted]and
    also here: <a href="[Link deleted]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *