Ik las boeken over Praag, over de geschiedenis van die donkere tijd. Ik bekeek documentaires die het beeld van een stad in oorlog lieten zien. Ik zag Joden als beesten bij elkaar gedreven worden, voortgejaagd naar het station. De angst in hun ogen was onbeschrijflijk.
Ik las allerlei informatie over de houding van de internationale gemeenschap. Het zwijgen van landen die hulp hadden kunnen bieden. Het wegkijken, het tolereren van het kwaad dat hand over hand toenam.
Ik las over de heroïsche reddingsactie van een ‘Einzelgänger’. Nagenoeg in zijn eentje had Nicholas Winton het voor elkaar gekregen om 669 Joodse kinderen van een wisse dood te redden.
Hoe was het mogelijk dat hij daar altijd over gezwegen had? Zelf zei hij laconiek: ‘Ik heb er gewoon nooit iets over gezegd.’
Er stond natuurlijk veel op het spel, alles stond op het spel. Kinderlevens.
Wat motiveerde een gewoon burger om zoiets buitengewoons te doen?
Het verhaal van Nicholas is een oproep om nooit apathisch toe te kijken als er onrecht geschiedt. Iedereen van ons is in staat om de wereld te veranderen, door te kiezen voor het goede en tegen het kwaad.