“ U doet de sterveling terugkeren tot stof en zegt: keer terug, mensenkind. Duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren die voorbij is, niet meer dan een wake in de nacht. U vaagt ons weg als slaap. In de morgen, als opschietend gras dat ontkiemt in de morgen en opschiet, en `s avonds verwelkt en verdort. Wij komen om door Uw toorn, en door Uw woede bezwijken wij. U hebt onze zonden voor U geleid, onze geheimen onthuld in het licht van Uw gelaat. Al onze dagen gaan heen door Uw woede. Wij beëindigen onze jaren als een zucht. Zeventig jaren duren onze dagen, of tachtig als wij sterk zijn. Het beste daarvan is moeite en leed. Het gaat snel voorbij en wij vliegen heen. Wie kent de sterkte van Uw toorn, wie vreest oprecht Uw woede? Leer ons zo onze dagen tellen dat wijsheid ons hart vervult. Keer U tot ons, Heer, hoe lang nog? Ontferm U over Uw dienaren. Vervul ons in de morgen met Uw liefde, laat ons van blijdschap juichen, al onze dagen. Geef ons vreugde, vergoed de jaren dat U ons kwelde. De jaren dat wij ellende doorstonden. Toon Uw daden aan Uw dienaren, maak Uw glorie bekend aan hun kinderen. Laat ons Uw genade zien, Heer, onze God. Bevestig het werk van onze handen. Het werk van onze handen, bevestig dat. “ ( Psalmen 90 : 3 – 17 )
In vers 3 – 6 staan onze menselijke sterfelijkheid en kortstondigheid centraal. De donkere woorden van het psalter benadrukken hoe snel alle generaties uit het verleden voorbij gaan. Het geschetste beeld van vluchtigheid en vergankelijkheid staan in schril contrast tot Gods eeuwigheid die vaster staat dan de hoogste berg ter aarde. Het is moeilijk om de preciese betekenis van vers 3 weer te geven. De Heere God die de mens het bevel geeft om tot stof terug te keren, doet denken aan de woorden uit Genesis 3 : 19 waar staat: “ stof ben je, tot stof keer je terug. “ Dit is een notie uit de Israëlitische wijsheidsliteratuur. Het is goed mogelijk dat de inhoud van het eerste deel van Psalm 90 : 3 de inhoud van het tweede deel in een soort overtreffende trap benadrukt, maar uit de laatstgenoemde woorden klinkt vooral de oproep van de Heere tot inkeer. Een oproep die gericht is aan alle volken.
Het vierde vers: Duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren die voorbij is, niet meer dan een wake in de nacht “ slaat terug op vers 2 waarin de eeuwigheid van God bezongen wordt. De wereld en de tijd worden in de context van Gods oneindigheid geplaatst. De eeuwige God is niet aan tijd gebonden, voor Hem zijn duizend jaren als een dag die voorbij vliegt, als een nachtwake ( vgl. psalm 63 : 7 )
Het punt is niet dat de tijd zo snel voorbij gaat, maar dat de tijd voor de mens zo snel voorbij vliegt. Het beeld van menselijke sterfelijkheid wordt in de volgende bijbelverzen gecontinueerd. “ U overgiet de mens met slaap “ ( 5a ). Sommige verklaarders denken dat hier met slaap een droom bedoeld wordt. ( vgl. psalm 73 : 20 ), maar het is aannemelijker dat met dit woord de dood bedoeld wordt. ( vgl Job 14 : 12 / Psalm 76 : 6 ).
Na deze beelden schetste Mozes het voor de Israëlieten bekende beeld van snel verwelkend gras. De hete woestijnwind zorgde ervoor dat het groen, dat na een frisse nachtregen net opgekomen was, gedurende de ochtend nog wel bloeide, maar tegen de avond verdorde. De dichter vergeleek het menselijk leven met dit gras. En de oorzaak daarvan wordt in het vervolg van de psalm duidelijk gemaakt.
Wow, awesome blog layout! How lengthy have you ever been blogging
for? you made blogging look easy. The whole glance of your site is fantastic, let alone
the content material! You can see similar here <a href="[Link deleted]internetowy