Door zich te richten tot de engel die de gemeenschap vertegenwoordigde, herinnerde Johannes de gemeente in kwestie eraan dat het om een plechtige boodschap ging. Gegeven door God in Jezus Christus en door tussenkomst van Zijn profeet ( 1:1). Efeze was de belangrijkste stad in de Romeinse provincie Klein Azië. Een havenstad die een kruispunt vormde voor het verkeer tussen Oost en West. Daarnaast was het ook een religieus centrum. Er stond een grote tempel die gewijd was aan de moedergodin Artemis ( Hand.19:35). De stad stond bekend om zijn magie en bijgeloof ( Hand.19:19). De gemeente van Christus in Efeze was door Aquila en Priscilla gesticht. Ze waren samen met Paulus van Korinthe naar Efeze gekomen ( Hand.18:18-21). Deze gemeente is van grote betekenis geweest voor de vroege kerk.
Twee of drie jaar na het ontstaan van de gemeente is Paulus daar teruggekomen en er twee jaar gebleven ( Hand. 19:8-10). Later werd het stokje doorgegeven aan Timotheüs ( 1 Tim.1:3) en na Paulus` dood aan Johannes.
‘Dit zegt’ – ‘Zo spreekt’. Dit zijn woorden die inhoudelijk gelijk zijn aan het ‘ Zo spreekt de Heer’ dat vaak voorkomt in het Oude Testament. Het is de formulering waarmee de Oudtestamentische profeet het Woord van de Heer inluidt.
De zinsneden ‘die de zeven sterren in Zijn rechterhand houdt’ en ‘die tussen de zeven gouden kandelaren wandelt’ verwijzen naar de beschrijving van de verhoogde Jezus Christus die Johannes gezien heeft in Openbaringen 1. Waarschijnlijk is ‘het wandelen’ een omschrijving van de onzichtbare, maar reële aanwezigheid van de opgestane Heer in de plaatselijke gemeenten.
De gemeente wordt verzekert van het feit dat God alles ziet wat de gemeenteleden doen. Hij heeft hun fanatieke inzet en de moeite gezien die ze zich getroost hebben.
De gebruikte werkwoordsvormen: ‘werken / inspanning/ volharding’ leggen de nadruk op daden. Die zijn een criterium voor echt geloof, zowel in het laatste oordeel als nu, in de genadetijd.
‘We danken God onophoudelijk gedachtig aan werk van uw geloof, aan uw inspanningen en aan uw liefde en aan de volharding van uw hoop’.
Het woord ‘erga’ ( werken ) is het meest algemene woord voor het menselijk gedrag. Je kunt ook de woorden ‘inspanning en gedrag’ hier gebruiken.
De gemeente wordt geroemd om de inspanningen die ze zich getroost om valse leraren te weren en om de volharding die ze laat zien om de moeilijke situaties die ontstaan zijn door de verkeerde invloed van dwaalleraren het hoofd te bieden, omwille van de naam van Christus. De gemeente heeft dwaalleraren ontmaskerd. Zij zijn ‘bozen’ mensen die veel ( geestelijk) kwaad aanrichtten binnen de gemeente van Efeze. Veel verklaarders denken dat het om rondtrekkende evangelisten ging ( vgl. bijv. 1 Kor.12:28/ 2 Kor.8:23/ Fil.2:25). De situatie was toentertijd anders dan Anno 2025 binnen de moderne westerse kerk. De vroege kerk kende rondreizende evangelisten en profeten. Helaas waren deze mensen lang niet altijd te vertrouwen ( 2 Kor.11:5,13/ 12:11). Het was noodzakelijk om deze mensen op de proef te stellen. De test had uitgewezen dat een aantal predikers die zich apostelen noemde, leugenaars waren. Helaas was dit probleem nog steeds niet opgelost, het gedoe ging maar door. Het betrof geen tijdelijke crisis maar het ging om een voortdurende beproeving.
Gelukkig hadden de gemeenteleden omwille van Christus alles verdragen en uit liefde voor hun Heer alles gedaan wat ze moesten doen. De gemeente van Christus was het niet moe geworden om zich in te zetten voor geestelijke zuiverheid. Ze had een onwrikbare loyaliteit voor de zuivere leer aan de dag gelegd, maar helaas was er ook iets radicaal fout gegaan.
De zuiverheid en standvastigheid van de leer was ten koste gegaan van de eerste liefde van de bekeerlingen.
‘Ik heb tegen u dat u uw eerste liefde losgelaten hebt’ schreef Johannes in Openbaringen 2. Daarmee bedoelde hij de liefde die helemaal vol is van de persoon van Jezus Christus.
Een dergelijke liefde wordt gekenmerkt door onderlinge broederliefde.
‘Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie Mijn leerlingen zijn’ had Jezus gezegd ( Joh. 13:35). Daar was niet meer zoveel van te zien.
Alle strijdpunten mochten opgelost zijn maar helaas was het kind met het badwater weggegooid. De liefde leek in het niets opgelost te zijn. Dit gebrek aan liefde ondermijnde nu het fundament van het gemeenteleven.
Bedenk u
Bekeer u
Doe
Deze drie woorden waren de adviezen in een notendop. De mensen moesten zich bekeren van hun liefdeloosheid en beseffen dat ze van een van de belangrijkste pijlers van het geloof gevallen waren.
‘Doe weer de eerste liefdewerken’ sommeerde Paulus. ‘Laat er weer uitingen van bewogenheid onder jullie zijn en laat enthousiaste liefde zien. ‘
Het verliezen van de eerste liefde in het geloofsleven is geen kleinigheid. Feitelijk is het niets minder dan geloofsafval. Alle goede werken die wij doen in de naam van Jezus zijn waardeloos als er geen sprake is van liefde ( 1 Kor. 13).
Als ze zich niet zouden bekeren dan zou de Heer spoedig komen en de gemeente treffen met Zijn oordeel.
Het feit dat de woorden zich exclusief tot de gemeente van Efeze richtten geeft aan dat we hier niet in de eerste plaats moeten denken aan de wederkomst, maar eerder aan een speciaal bezoek aan de gemeente en aan een tijdelijk oordeel. Hun kandelaar zal van zijn plaats worden weggenomen, dat wil zeggen dat de gemeente zal ophouden te bestaan. Het ligt voor de hand dat we moeten denken aan vervolging en verdrukking.
Gelukkig had Johannes ook nog goede woorden voor de gemeente. Het bleef te prijzen dat de mensen zich ingezet hadden voor het weren van de valse godsdienst die de gemeente binnen wilde dringen. De leer van de Nikolaïeten betrof een leer die volgelingen van een proseliet uit Antiochië verspreid hadden. Het was een soort sekte die alleen bekend geworden is door wat Johannes erover gezegd heeft.
De slotvermaning: ‘Wie oren heeft moet horen wat de Geest tegen de gemeente zegt. Wie overwint zal ik laten eten van de levensboom die in Gods paradijs staat’ is afkomstig van een uitspraak van Jezus die Hij vaak herhaalde tijdens Zijn bediening. De openbaring moet worden aangehoord en in de praktijk gebracht door alle gemeenten. Elke vermaning wordt op dezelfde manier afgesloten. Ze gold daarom voor elke afzonderlijke gemeente. De Opgestane Heer sprak deze woorden. Jezus Christus: een ander Goddelijk persoon dan de Heilige Geest maar Hij spreekt wel tot de gemeente door deze Geest. Het Nieuwe Testament leert ons dat er een bijzonder nauwe relatie is tussen de Geest en de verheerlijkte Heer.
‘Overwinnen’ is een karakteristiek woord in het boek Openbaringen. De term komt uit de sportwereld maar is in het Bijbelboek Openbaringen eerder aan militair taalgebruik gelieerd omdat de context vaak over ‘sterven’ spreekt. Overwinnen betekent hier: ‘gelovig volharden tot het einde en behouden worden, zelfs al zou dat als martelaar zijn.
Het eten van de boom des levens is een symbool voor de belofte van het eeuwige leven in het koninkrijk van God. De vruchten van de boom zijn bestemd voor mensen die Christus trouw gebleven zijn door hoogten en diepten, door alles heen. Het paradijs is een uitdrukking voor de woonplaats van God. Het hemelse Jeruzalem dat eens neer zal dalen uit de hemel en waar in het midden de boom des levens staat.
Wat een vreugde zal dat wezen! God Zelf zal afdalen uit de hemel en tussen de mensen wonen. ( Openbaringen 21:10)