Op weg naar Pinksteren ( 2 )

Hierna verscheen Jezus weer aan de leerlingen, nu bij het meer van Tiberias. Dat gebeurde als volgt. Bij het meer waren Simon Petrus en Thomas, Nathanael uit Kana in Galilea, de zonen van Zebedeüs en nog twee andere leerlingen. Petrus zei: ‘ik ga vissen.’ ‘Wij gaan met je mee! ‘ zeiden de anderen. Ze stapten in de boot, maar de hele nacht vingen ze niets. Toen het al ochtend werd, stond Jezus op de oever, al wisten de leerlingen niet dat het Jezus was. Hij riep: ‘ hebben jullie soms iets te eten?”nee ‘ antwoordden ze. ‘Gooi het net aan stuurboord uit.’ riep Jezus. ‘Dan lukt het wel. ‘ ze wierpen het net uit en er zat zoveel vis in dat ze het niet omhoog konden trekken. ( Johannes 21 : 1 – 6 ) 

De grote waarheid van het Evangelie bestaat uit het feit dat Jezus Christus de Zoon van God is. Hij is de Christus die door God gezalfd werd om Vorst en Zaligmaker te zijn. Alle wondertekenen die Jezus na Zijn opstanding gedaan heeft, werden opgeschreven zodat wij zullen geloven dat Hij de Messias is, de Zoon van God, en wij door te geloven zullen leven door Zijn Naam. 

Jezus bleef tot aan Zijn hemelvaart onvermoeibaar in de weer om Zijn leerlingen op hun missie voor te bereiden. Pas na Pinksteren zouden ze zo goed toegerust zijn dat ze die missie aankonden.  

De leerlingen hadden nog steeds niet goed begrepen hoe het allemaal verder zou gaan. Zou Jezus echt weggaan? Waarom bleef Hij nog? Waar was Hij nu? Op een gegeven ogenblik besloten ze om maar iets te gaan doen en ze gingen vissen. De voorzienigheid bestuurde alles zo dat ze de hele nacht niets zouden vangen zodat het werk van God des te heerlijker zou schitteren.

Aan het eind van de nacht voeren de leerlingen met een hopeloos gevoel terug naar de kust, Ze hadden er geen erg in hoe dichtbij de Meester was. Hij had hun getob gezien. Nu was Zijn tijd gekomen. Jezus openbaarde Zich geleidelijk aan. De leerlingen wisten niet gelijk dat het Jezus was. 

Jezus openbaarde Zich met barmhartigheid. “ Kinderen “ riep Hij. Om daarna direct tot de kern van de zaak te komen. Vol liefde vroeg Hij naar de reden van hun zorgen. Zijn vraag klonk heel vertrouwd en paste perfect in het dagelijks leven. Jezus overlegde met Zijn leerlingen zoals de zorg van een vader doet. Niet dat ze in leeftijd kinderen waren, zij waren Zijn geestelijke kinderen, door God de Vader gegeven.

Zijn eerste vraag had niets geestelijks. Christus gaf een voorbeeld van zorg waar wij een voorbeeld aan kunnen nemen. Er kwam maar een kort antwoord, maar dat was voor Hem genoeg om Zichzelf aan hen te openbaren. Het bevel hield in dat de leerlingen precies het tegenovergestelde moesten doen dan ze gewend waren. ‘Gooi het net aan stuurboord uit!’ riep Jezus. Ze gehoorzaamden direct. Nu ging alles perfect. Ze kregen een vangst die hun sterkste verwachtingen overtrof. Jezus openbaarde Zich aan Zijn kinderen door voor hen te doen wat niemand anders kon.

IJver en vlijt kregen niet voor elkaar wat Jezus deed. Er is niemand zoals Hij! Een stroom aan schubbige glanzende vissen verjoeg in één keer de lauwheid van hun hart en ontstak opnieuw de vlam van ijver voor de heerlijkheid van Zijn Naam. 

Wij  bidden dat Christus ook zo overvloedig in ons hart mag wonen zodat we dag na dag meer gaan lijken op Zijn vreugdevolle beeld. En wij een schuilplaats, een verfrissende bron mogen zijn voor een hopeloze wereld vol zoekende mensen. Zodat iedereen weet van de heerlijkheid van de vreugde van God in Jezus Christus. De God die alleen wonderen doet. 

Geef een reactie