Johannes 3:1-15
In dit Bijbelgedeelte vertelt Johannes over de ontmoeting die Nicodemus met de Heere Jezus had. Nicodemus is een Griekse naam. ‘Een mens uit de Farizeeën’ noemde Johannes hem. Hij was een vooraanstaand man die behoorde tot de partij van de farizeeën. Als zodanig was hij een schriftgeleerde. Johannes noemde hem ook ‘leider van de Joden’ waarmee hij aangaf dat hij deel uitmaakte van het Sanhedrin, de Joodse Raad. Hij was een officiële vertegenwoordiger van het Jodendom. In tegenstelling tot veel andere Joodse leiders nam hij geen vijandige houding aan tegenover Jezus. Hij zou het zelfs voor Jezus opnemen, en na het sterven van Jezus zou hij zorg dragen voor Zijn begrafenis ( Joh.7:51/ 19:39).
De wonderen die Jezus had gedaan, hebben Nicodemus tot nadenken gestemd. Hij wist niet wat hij ervan vinden moest. Wilde hij een eerlijk oordeel over Jezus kunnen vellen dan moest hij Hem zelf gesproken hebben.(Joh. 7:50,51)
Zijn moedige aard zocht de Heere Jezus op om met Hem in gesprek te komen. Hij ging naar Hem toe terwijl het nacht was. De nacht viel in Israël gelijk na zonsondergang in. Dat Nicodemus kwam terwijl het nacht was, wordt vaak negatief uitgelegd. Daar zou vrees voor de Joden achter hebben gezeten. Maar Nicodemus was niet zo bang uitgevallen (Joh. 7:51). Het ligt meer voor de hand dat Nicodemus een rustig tijdstip uitgekozen had waarop Jezus en hij niet gestoord zouden worden. De rabbijnen bestudeerden om deze reden vaker `s nachts de Thora.
Als een rasechte leraar begon Nicodemus met een verklaring. Alle tekenen en wonderen konden maar één reden hebben: Jezus moest een leraar zijn die door God was gestuurd ( Hand.2:22). Vol eerbied sprak hij de Meester aan als Rabbi.
“Rabbi, wij weten dat U een leraar bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de wondertekenen doen die U verricht.”
Jezus antwoordde met een nogal paradoxale uitspraak. ‘Amen, amen’ zei hij. Een plechtige verzekering dus. ‘Waarachtig, Ik verzeker u, niemand kan het koninkrijk van God binnengaan tenzij hij geboren wordt uit water en Geest. Wat geboren is uit een mens is menselijk en wat geboren wordt uit de Geest is geestelijk. Wees niet verbaasd dat Ik zei dat jullie allemaal opnieuw geboren moeten worden.” Met dit antwoord wilde hij Nicodemus er de ogen voor openen dat zijn benadering verkeerd was. Nicodemus wilde graag het koninkrijk van God zien. Maar daarvoor was meer nodig dan een onder de indruk zijn van tekenen en wonderen. Dat inzicht zou Nicodemus alleen maar krijgen als hij wedergeboren was.
De uitdrukking ‘opnieuw geboren worden’ is door alle eeuwen heen hevig bediscussieerd. In de grondtaal staat er genetthenai annothen. Het eerste woord kan zowel ‘opnieuw’ betekenen als ‘van boven’. Jezus doelde op een geboorte uit de Geest. Die Geest kwam van boven, van God vandaan. ( zie ook Joh.3:31/ Joh.1:13) De doop met de Heilige Geest was een absolute voorwaarde.
Op die voorwaarde van wedergeboorte reageerde Nicodemus met twee vragen die ons duidelijk maken dat hij zich niet zomaar liet overtuigen.
‘Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?’ vroeg hij. ‘Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot ingaan en geboren worden?’
Uit de vraagstelling van Nicodemus bleek dat hij een totaal andere gedachtegang had als Jezus. Zo te lezen moesten de woorden van de Heer hem raadselachtig en vreemd in de oren klinken. (vgl. Joh.2:19/ 4:10/6:52/8:57)
Jezus herhaalde Zijn eerder gedane uitspraken nog een keer. Nicodemus had beter kunnen weten. Zijn vragen lieten duidelijk naar voren komen dat hij nog blind was voor de geheimen van het Koninkrijk van God. Johannes had met water gedoopt, maar Jezus die de Messias was, zou dopen met de Heilige Geest. ( Joh.1:33) Een doop die het nieuwe leven schept. En zo gaven die twee – water en Geest – samen aan welke nieuwe geboorte toegang verschafte tot het Koninkrijk van God.
Jezus verwees waarschijnlijk naar de profetie van Ezechiël ( 36:25-27) waar de reiniging van het water symbool staat voor het werk van de Heilige Geest. Het water staat binnen het Jodendom ook symbool voor de voortplanting. Lichamelijk zowel als geestelijk.
Wat een uitwerking heeft de wedergeboorte, dat is niet in woorden uit te drukken.
Wat duidelijk naar voren komt: we gaan niet op een natuurlijke wijze over van vlees naar Geest. Ons natuurlijke aardse bestaan over laten gaan naar het koninkrijk van God heeft een bovennatuurlijke ingreep nodig. Een nieuwe geboorte. Zelfs voor Nicodemus die door zijn natuurlijke geboorte bij het volk van God hoorde.
Jezus vergeleek wat de Geest doet met wat de wind doet. Beide zijn onzichtbaar en kunnen alleen worden waargenomen in het effect dat ze hebben.
Nicodemus was waarschijnlijk één van de belangrijkste leraren van Israël, hij zou de fundamentele zaken die Jezus hem uitlegde dus niet over het hoofd hebben mogen zien. “Begrijpt u dit niet” zei Jezus “ terwijl u een leraar in Israël bent?”
“Waarachtig, ik verzeker u: wij spreken over wat we weten en we getuigen van wat we gezien hebben, maar jullie accepteren ons getuigenis niet. Wanneer jullie me niet geloven als Ik over aardse dingen spreek, hoe zouden jullie me dan geloven als Ik over de hemelse dingen spreek?”
Jezus betrok zeer zeker de profeten van het Oude Testament bij zijn getuigenis, maar ook Zijn leerlingen. Aan de andere kant Nicodemus, met zijn partijgenoten.
In Ezechiël 36 valt te lezen dat de Heere de Joden uit de verstrooiing onder alle volken zou verzamelen om hen weer in hun eigen land te doen wonen ( Ezechiël 36:24) Hij zou dan zuiver water sprenkelen en reinigen van ongerechtigheden. Een nieuw hart en een nieuwe geest zouden hen gegeven worden. En Hij zou Zijn Geest in hun binnenste geven. Door water en Geest zou een nieuw volk ontstaan dat naar Gods geboden zou leven. Dat had Nicodemus kunnen weten.
De doop van Johannes de Doper had een voorlopig karakter. Later zou van dopelingen gevraagd worden zich te laten dopen in de naam van Jezus ( Hand.2:38/19:3-5) opdat ze gedoopt zouden worden met de Heilige Geest. De doop met de Geest kon pas gebeuren na Jezus’ verheerlijking. (Joh.7:39/ 16:7)
Met Zijn profetische blik had Jezus het al over deze doop, die pas later plaats zou vinden. Nicodemus had dit door zijn kennis van het Oude Testament en uit de woorden van Johannes de Doper ook kunnen weten.
Om Nicodemus de onmisbaarheid van die nieuwe geboorte duidelijk te maken, stelde Jezus het geboren worden uit water en Geest en de natuurlijke geboorte tegenover elkaar. ( Rom.8:5-9)
Zonder wedergeboorte blijft een mens leven en denken volgens het vlees: naar zijn eigen inzichten. Dit natuurlijke bestaan verschilt wezenlijk van de zienswijze van de Geest. Het is onmogelijk om vanuit het menselijk denken op eigen kracht het koninkrijk van God binnen te gaan. (vgl. 1 Kor. 15:50) Wie uit de Geest geboren is kan dat wèl.
Jezus sprak ook de achterban van Nicodemus aan, want het was duidelijk dat hij niet alleen namens zichzelf naar Jezus toegekomen was.(Wij weten – vs2)
Het beeld van de wind was nog zo’n voorbeeld. Waar de wind heen gaat of vandaan komt blijft voor ons verborgen. Hij waait volgens zijn eigen wetten. Het enige wat wij van de wind merken is zijn geluid en effect. Zo is het ook met de werking van de Geest. Wie de wedergeboren mens is, waar hij vandaan komt en waar hij heengaat is onbekend voor de wereld die God niet kent. (Prediker 11:5)
Er is nog nooit iemand naar de hemel gegaan om daar de geheimen van God te leren kennen. Maar iedereen die in geloof op Jezus ziet zal eens al Gods geheimen doorgronden. Het eeuwige leven is in Christus. Het is een geschenk van God. Het is van een totaal andere orde dan het natuurlijke leven. Het is bestemd voor deze wereld maar heeft de kenmerken van het toekomende.
Opwekking 557 Laat uw glorie zien