Johannes 2:1-11

‘Twee dagen later was er een bruiloft in Kana, een plaats in Galilea. De moeder van Jezus was op het feest en ook Jezus en Zijn leerlingen waren uitgenodigd. Toen de wijn opraakte, zei de moeder van Jezus: ‘Ze hebben geen wijn meer!’ Jezus zei tegen haar: ‘bemoei u niet met wat Ik moet doen. Het juiste moment is voor Mij nog niet gekomen.’Toen zei de moeder van Jezus tegen de dienaren op het feest: ‘Doe precies wat Hij zegt.’Er stonden daar zes stenen waterbakken met ongeveer 100 liter water. Met dat water konden mensen zich wassen volgens de regels van de Joodse godsdienst. Jezus zei tegen de dienaren: ‘Vul die bakken met water.’ De dienaren vulden de bakken tot aan de rand. Toen zei Jezus: ‘ Haal er nu wat uit en breng dat naar de leider van het feest.’ De dienaren deden wat Jezus zei. De leider van het feest proefde van het water. Het was wijn geworden! De dienaren die het water gebracht hadden wisten waar het vandaan kwam. Maar de leider van het feest wist dat niet. Hij riep de bruidegom en zei: ‘iedereen geeft zijn gasten eerst de beste wijn. De minder goede wijn geeft hij daarna als de gasten al dronken zijn. Maar jij hebt de beste wijn voor het laatst bewaard!’ Dit wonder in Kana, in Galilea, was het eerste wonder dat Jezus deed. Zo liet Hij Zijn hemelse macht zien. En Zijn leerlingen geloofden in Hem.’ 

Hier begint het eigenlijke verhaal van Johannes over de openbaring van de Heere Jezus. Johannes opent dit deel van zijn evangelie met een korte beschrijving van het eerste wonder dat Jezus heeft gedaan. 

Met behulp van de tijdsaanduiding ‘op de derde dag’ ( vgl. Lucas 13:32)  legt hij een direct verband met de voorgaande gebeurtenis ( Joh.1:43-51 en het hangt samen met de andere tijdsaanduiding die Johannes gebruikt heeft in Joh.1:29,35,44. 

Het wonder van het water dat in wijn veranderde, gebeurde drie dagen nadat Jezus Filippus gevonden had ( Joh.1:44) en Hij met Nathanael sprak.(Joh.1:48-52) 

Het gebeurde op een bruiloft. Wie de bruid en de bruidegom waren is onbekend. Maria, de moeder van Jezus was er ook. Waarschijnlijk was zij een goede bekende van het bruidspaar, of ze was familie. 

De plaats waar het allemaal gebeurde was Kana in Galilea, daar kwam Nathanael vandaan(Joh.21:2). Hier begon Jezus met het openbaren van Zijn heerlijkheid. 

Jezus en Zijn leerlingen stonden ook op de lijst van genodigden. Jezus behoorde kennelijk tot de familie, vrienden of bekenden van het bruidspaar. En zo ging Hij met de leerlingen als groep naar de bruiloft. Jezus was geen asceet, zoals Johannes dat was. Hij at en dronk met mensen mee. 

Waarschijnlijk waren er nog geen twaalf leerlingen, maar waren het de leerlingen die hij op dat moment geroepen had. Andreas, Petrus, Filippus en Nathanaël. Zij zouden getuigen zijn van het teken dat Jezus gaf en dat later grote waarde zou hebben voor de gemeente.( Joh.2:11) 

Volgens de Joodse traditie duurde zo’n bruiloft een week. Van tevoren werd ervoor gezorgd dat er tijdens het feest genoeg wijn kon worden gedronken. Dat was een kwestie van gastvrijheid. Het zou dan ook een blamage voor het bruidspaar zijn als de wijn opraakte. Nog jaren na de bruiloft kon het bruidspaar gierigheid of ongastvrijheid verweten worden. Een dergelijke pijnlijke situatie deed zich nu juist voor op deze bruiloft, waarschijnlijk tegen het einde van de eerste feestweek. Als goede bekenden van het bruidspaar trok de moeder van Jezus zich dit erg aan. Gelijk probeerde zij de situatie te redden door de hulp van haar Zoon in te roepen.’ Ze hebben geen wijn meer’ zei ze, meer niet. Ze had volkomen vertrouwen in Jezus en vertelde Hem niet wat Hij doen moest. Maar Jezus wees haar nogal scherp terecht. Maria moest leren dat Jezus in de eerste plaats de Zoon van God was. Toen  Maria de reactie van Jezus hoorde liet ze alles aan Jezus over. Ze ging naar de bedienden en zei: ‘Doe precies wat Hij zegt.’ 

De ‘ure’ van Jezus was nog niet gekomen. Deze uitdrukking heeft betrekking op Zijn lijden en sterven die op Zijn dood uit zouden lopen. Met het doen van Zijn eerste teken begon de lijdensweg van Jezus. Via deze weg zou Hij zijn heerlijkheid aan de mensen openbaren, maar dat zou wel op de dood uitlopen. 

‘ Mijn ure is nog niet gekomen.’ ( vgl. Joh.7:6,8). Deze uitdrukking heeft een dubbele betekenis. Aan de ene kant was het een vermaning aan het adres van Maria dat niet zij, maar Hij dat tijdstip zou bepalen. Aan de andere kant werd Jezus door vermelding van de wijn bij het pijnlijke feit van Zijn eigen dood bepaald. Het uur waarin Hij Zijn leven zou geven voor de zonden van de mensheid. 

Het wonder van de wijn stond niet op zichzelf. Het was net zoals de wonderbare spijziging ( Johannes 6) een teken dat verwees naar de ure waarin Jezus zijn vlees en bloed zou geven als spijs en drank voor de mensheid.( Joh.6:53-56). Hoewel Maria onmogelijk begrepen kon hebben wat Jezus bedoelde, bleef zij wel in Hem geloven. Daarom gaf ze de dienaren bevel om Zijn bevelen op te volgen. Zoals wij Maria kennen, heeft zij al deze dingen en woorden opgesloten in haar hart. ( Lucas 1:38,45 / Lucas 2:19).  

Er werden zes stenen watervaten neergezet, waarin de wijn bewaard werd. Het waren grote vaten, elk vat kon ongeveer 100 tot 118 liter water bevatten. Dat water was gereserveerd om aan de reinigingsvoorschriften te kunnen voldoen. De mensen konden er de handen en waarschijnlijk ook de voeten mee wassen voordat men aan tafel ging. 

Op een gegeven moment ging Jezus naar de dienaren toe en gaf het bevel om de watervaten te vullen. De dienaren hadden de aanwijzingen van Maria in hun oren geknoopt en deden precies wat Jezus zei. Ze vulden de vaten tot aan de rand toe met water. 

Toen de dienaren hun opdracht vervuld hadden waren de vaten boordevol.’ Schep nu uit’ beval Jezus. De knechten volgden het bevel van Jezus stipt op. Het water was intussen in wijn veranderd. Maar niemand wist dat nog, behalve Jezus. Het uur van Jezus was gekomen. Nu kon er met vreugde water geschept worden uit de overvloed aan wijn zoveel men maar wilde.( Jesaja 12:3). 

Het zou ook officieel vastgesteld worden. De dienaren moesten de wijn naar de hofmeester brengen. Hij was de aangewezen persoon om eten en drinken te keuren. De hofmeester proefde en keurde en stelde vast dat het wijn was van uitstekende kwaliteit.
De knechten wisten waar de wijn vandaan kwam, maar de hofmeester had daar geen flauw idee van. Op die manier kon hij niet anders dan een objectief oordeel geven. Dat oordeel luidde: Het ging om heerlijke wijn van uitstekende kwaliteit. 

Er schuilt een schitterende symboliek achter dit gebeuren. Water was in het Oude Testament het symbool voor de reinheidsvoorschriften. Wijn stond voor het Nieuwe Verbond. Daarom is dit teken in het bijzonder een verwijzing naar het offer van de Heere Jezus op Golgotha. 

De ceremoniemeester was stomverbaasd. Hij ging naar het bruidspaar toe en zei: ‘Iedereen geeft zijn gasten toch altijd eerst de beste wijn. De minder goede wijn geeft hij later als de gasten al dronken zijn. ‘Maar jullie hebben de beste wijn voor het laatst bewaard.’ Met deze uitspraak gaf de hofmeester niet direct een veroordeling, maar hij sprak zijn waardering uit voor de voortreffelijke kwaliteit van de wijn die nu geschonken zou worden. 

Zo eindigde Johannes zijn beschrijving van het eerste wonder van Jezus.  

Ook hier weer een prachtige symboliek. Jezus Christus was de goede wijn. 

Voor Johannes was het gebeuren in Kana iets heel bijzonders, het had het karakter van een merkteken. Wat Jezus daar op die bruiloft deed, was ronduit kenmerkend voor Hem. Het was tegelijkertijd het begin van een reeks tekenen die Hij verder nog zou doen. Met het grondwoord ‘archë’ wil Johannes aangeven dat het wonder van Kana de basis vormde van een reeks tekenen en wonderen die nog zouden volgen. Met dat eerste wonder openbaarde Jezus Zijn heerlijkheid. 

Veel verklaarders leggen een verband met Johannes 1: 14. ‘Gods Zoon is een mens geworden. Hij heeft bij ons gewoond, In Hem hebben wij Gods hemelse macht gezien. Hij is Gods enige Zoon die bij de Vader vandaan gekomen is. In Hem waren Gods liefde en trouw volledig aanwezig.’ Er is ook een verband vastgesteld met Johannes 11:40: ‘Als je gelooft zul je Gods hemelse macht zien.’ 

Johannes vertelde dat de leerlingen van Jezus door deze  openbaring van Zijn heerlijkheid in Hem geloofden. Ze zagen de belofte die Hij gedaan had.( Joh.1:52) in vervulling gaan. De leerlingen geloofden al in Hem anders hadden zij niet alles verlaten om Hem te volgen. Dit wonder heeft ertoe geleid dat hun geloof zich verdiepte. Ze begonnen iets te begrijpen van Zijn hemels koninkrijk. Hun geloof begon te groeien. 

Zo kondigde deze handeling van Jezus, die in besloten kring plaatsvond, Zijn publieke optreden aan. De wijn van het Messiaanse feestmaal zou het water van de rituele wassingen vervangen. Het wonder maakte Jezus` grootheid zichtbaar, en lieten zien dat God in Hem aanwezig was. 

Jezus Christus was in de wereld gekomen om de beloften van de Vader te bevestigen. Hij wilde Zijn volk redden opdat Hij in de komende eeuwen de uitnemende rijkdom van Zijn genade zou betonen in goedertierenheid over ons in Christus Jezus ( Efeze 2:7). Wat een wonder! 


Studiebijbelonline / Studiebijbel in perspectief / SV met uitleg / Piper 

Volheid Van Genade