En Johannes zei: ‘Zie dat is het Lam van God, dat de zonde der wereld draagt.’
Johannes begon zijn evangelie niet met het begin van Jezus`optreden zoals Marcus dat gedaan heeft, of met de gebeurtenissen rondom Jezus`geboorte zoals Matteüs en Lucas die beschreven hebben. Hij ging ook niet terug in de tijd, tot Adam, maar hij heeft de eeuwige verhouding van de Vader en de Zoon uitgewerkt. Daarbij gebruikte hij een reeks parallellismen.
De Zoon, die openbaart is de Schepper, het Leven en het Licht, de Goedheid en Waarheid. De Zoon heeft ons overstelpt met een overvloed die de Wet ons niet kon geven (vs 16,17).De missie van Johannes de Doper was om van deze dingen te getuigen ( vs 6,8,15).
Het Licht was in de wereld gekomen (vs9,10) om de grootheid van God te laten stralen, de grootheid die was in de Zoon die mens werd (vs 14).
‘Het Woord is mens geworden, en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben Zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader ( Joh.1:14).’
Hij kwam bij Zijn eigen mensen maar die wilden niet in Hem geloven. Toch waren er ook mensen die wel in Hem geloofden( vs 11,12). Zij mochten kinderen van God worden ( vs 12,13).
De uitdrukking ‘Lam van God’ lijkt een aantal symbolen in zich te verenigen. Het zou kunnen gaan om het lam uit bepaalde Joodse apocalyptische geschriften, dat Gods volk uit de greep van zijn vijanden zou bevrijden en over hen zou heersen in het koninkrijk van God (zie Openbaringen 5:6-7/ 17:14). Maar het vervolg van het vers: ‘Dat de zonde der wereld wegneemt’ verwijst naar het Joodse offerlam en naar het beeld van de dienaar van de Heer uit het boek Jesaja. ( Jes. 53: 7-8). Bovendien bevat de uitdrukking het beeld van het Pesachlam, symbool van de Goddelijke verlossing ( Ex. 12:1-30).
Op de dag die volgde op de ontmoeting met de afgevaardigden van de Joodse leiders, zag Johannes de Doper Jezus opnieuw naar hem toekomen. En zo – oog in oog met de Komende – legde hij dit schitterende getuigenis af: ‘Zie het Lam van God dat de zonde der wereld wegneemt.’
Deze uitspraak van Johannes de Doper komen we bij de andere evangelisten niet tegen. Johannes ging bij de weergave van de dingen die gebeurden een eigen weg. Geen wonder, hij was al voor zijn geboorte afgezonderd. Zijn komst was door een engel aangekondigd ( Lucas 1:11,12). Zijn vader werd vervuld van de Heilige Geest en sprak een profetie over hem uit. ( Lucas 1: 68-79). Hij groeide op terwijl hij gesterkt werd door de Geest en leefde in de woestijn, tot de dag aanbrak waarop hij zich kenbaar maakte aan het volk van Israël( Lucas 1:80). Het ligt voor de hand dat hij een veel dieper inzicht had in de identiteit van Jezus Christus dan andere mensen van zijn tijd.
De term ‘Lam Gods’ herinnert ons aan het offer van een éénjarig, gaaf lam dat in de eeuwen voor de geboorte van Christus elke morgen en avond bij de tent der samenkomst gebracht werd ( Ex.29:38-46).Tegen deze achtergrond wordt het je duidelijk dat Johannes Jezus aan wilde wijzen als het Lam van God, dat in Zijn betekenis als offerlam ver uitging boven het offerdier dat in de tempel geofferd werd.
Jezus zou de macht hebben om de schuld van de mensheid weg te nemen ( 1 Joh.3:5), niet alleen die van Zijn eigen volk. Het ging er Johannes om dat hij duidelijk maakte hoe groots Jezus Christus was. Jezus alleen bracht verzoening tussen God en mensen tot stand. Het grondwoord ‘airo’ heeft in dit tekstgedeelte de betekenis van: ‘Uit de weg ruimen, opruimen, wegdoen.’ Zo gezien kunnen we de benaming ‘Lam Gods’ opvatten als aanduiding van Zijn Messiaanse waardigheid. ( Openb.5:6,12/ 14:1/ Openb.17:14/ 22:1,3).
Een leeuw dwingt bewondering af door zijn woeste kracht en koninklijk voorkomen. Een lam wordt gewaardeerd voor zijn zachtmoedigheid en dienstbaarheid door de wol die het levert.
Bewonderenswaardiger is een lam dat op een leeuw lijkt en een leeuw die op een lam lijkt. Wat Christus glorieus maakte is een uniek samengaan van verschillende voortreffelijkheden:
De voortreffelijkheid van Zijn grootheid is vermengd met Zijn onderworpenheid aan God.
Zijn rechtvaardigheid wordt getemperd door Zijn barmhartigheid.
Zijn majesteit wordt verzacht door mildheid.
In Zijn gelijkheid aan God had Hij een diepe eerbied voor God.
Hoewel hij al het goede waard was, heeft Hij het geduld om het kwade te ondergaan.
Zijn heerschappij over de wereld was omkleed met een Geest van gehoorzaamheid en onderwerping.
Ja, de Leeuw Christus heeft overwonnen omdat Hij bereid was een Lam te worden ( Openbaringen 5:5-7).
Nederland Zingt: Zie hoe Jezus daar loopt