In het begin was het Woord. Het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven, en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.
Nadat de Heere Jezus naar de hemel opgevaren was, veranderde er iets op de aarde. Christus had het Woord aan de wereld bekendgemaakt. God de Vader had door Hem heen gesproken. Hij was het die Gods gedachten verklaarde nadat Johannes de Doper Zijn stem was geweest. Daar is het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt. Hij is de Zoon van God! had Johannes uitgeroepen. En zo was het.
Het Woord van God – de logos – verenigt twee tradities in zich. Voor de stoïcijnen – een filosofische stroming van het Romeinse rijk die er de opvatting op nahield dat we de baas moeten zijn over onze emoties – was het een soort wereldziel: De Goddelijke en kosmische maar onpersoonlijke rede die de wereld haar samenhang geeft. Vanuit de Joodse traditie wordt er een heel andere invulling aan dit woord gegeven. Zij verwijst naar de Goddelijke wijsheid die de wereld schiep en tot op de dag van vandaag in stand houdt. ( Spreuken 8 : 23 – 26 ) en het is dan ook erg logisch dat Johannes zijn evangelie met deze uitspraak opent.
Ik ben in het begin gemaakt. Nog voor alles er was. Nog voordat de aarde haar vorm kreeg. Toen er nog geen oceanen waren werd Ik voortgebracht. Nog voor de bronnen met hun waterstromen er waren. Toen de bergen nog niet waren neergezet werd Ik voortgebracht, nog voor er heuvels bestonden. De aarde en de velden waren nog niet geschapen. Geen korrel zand was nog gemaakt.” Ja, toen was Jezus er al als het Levende Woord. De Logos was dus bij God. Hieruit kunnen we concluderen dat er sprake is van een onderscheid in de Godheid zelf. De Heere Jezus is door de Vader geschapen.
Zoals de schepping uit niets ontstond, zo is ook het Woord uit niets ontstaan. Het Woord was het leven en het licht voor de mensen. Alles wat waar is met betrekking tot de Levende God is ook waar met betrekking tot Zijn Woord.
Wij weten : er is één God, de Vader uit Wie alles is ontstaan en voor Wie wij zijn bestemd. En één Heer, Jezus Christus door Wie alles bestaat en door Wie wij leven. ( 1 Kor. 8: 6 )
In Hem is alles geschapen, Alles in de hemel en alles op de aarde. Het zichtbare en het onzichtbare. Vorsten en heersers. Machten en krachten, alles is door Hem en voor Hem geschapen. Hij bestaat voor alles en alles bestaat in Hem. Hij is het hoofd van het lichaam, de kerk. Oorsprong is Hij, eerstgeborene van de doden. Om in alles de Eerste te zijn. ( Kol. 1 : 12 – 18 )
De Heer heeft Mij al voor al het andere verworven. Toen Hij Zijn scheppingswerk begon schiep Hij eerst Mij. Ik ben in het begin gemaakt, nog voor alles er was.( Spreuken 8 : 22 )
Wat een geweldig Plan heeft God de Vader gehad! In gedachten zie je Hem Zijn Zoon scheppen om een weergaloze vreugde aan Hem te beleven. Ik was Zijn Lieveling, een bron van vreugde, elke dag opnieuw. Ik was altijd verheugd in Zijn aanwezigheid. Vond vreugde in de gehele aarde en was blij met alle mensen. zegt de Heere Jezus in het Spreukenboek.
Johannes schreef: Het licht scheen in de duisternis, en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen. “ Het gaat hier om de geestelijke en morele duisternis die we in de wereld zonder God aantreffen. We lezen herhaaldelijk in de Bijbel hoe de Heere Jezus de duivel overwon. Na de hevigste gevechten met de vorst der duisternis kwamen er engelen om Hem eer te bewijzen. ( Math. 4 / Lucas 22 : 43 / Math. 16 ) Je zou kunnen stellen dat zij de grote blijdschap of kracht van de Vader vanuit de hemel overbrachten, al naargelang de Heere Jezus dat nodig had.
Het is voor een leerling van de Heere Jezus mogelijk om diepe blijdschap in het hart te ervaren. De spreukendichter geeft ons aanwijzingen hoe wij die vreugde kunnen behouden. Gelukkig is een mens die op Mijn wegen blijft. Dag in dag uit bij Mijn woning staat en de wacht houdt bij Mijn deur. Want wie Mij vindt, vindt het leven en ontvangt de gunst van de Heere! ( Spreuken 8 : 32 – 38 ) Die woning van God is dag en nacht bereikbaar via het gebed en de Bijbel, maar ook via Zijn huis waar Hij wil wonen en werken.