Er bestaat maar weinig overlap tussen Johannes en de andere evangeliën. In plaats van korte, kernachtige uitspraken van Jezus en gelijkenissen bevat Johannes een aantal lange gesprekken zoals met Nidodemus, en met de Samaritaanse vrouw. Terwijl de identiteit van Jezus in de andere evangeliën stapje voor stapje aan de betrokkenen onthuld wordt, is het bij Johannes vanaf het begin duidelijk wie Jezus is. ( Joh. 1:29, 41,45/ 4:26, 29, 42/ 5:18/6:69)
Alleen in het Bijbelboek Johannes treffen we de zogenoemde ‘Ik-ben’ uitspraken aan. Daar staat tegenover dat de gelijkenissen ontbreken, de uitdrijving van demonen, genezingen van melaatsen enz. Er is ook geen geboorteverhaal of een Bergrede en de instelling van het Avondmaal ontbreekt.
Waar Johannes wel gemeenschappelijk materiaal met de andere evangeliën heeft zijn er vaak opvallende verschillen aan te wijzen. Bijvoorbeeld: vond de tempelreiniging plaats aan het begin ( Joh. 2:13-22) of aan het eind van Jezus’ optreden ( Marcus 11: 15-17/ Matth. 21: 12-13/ Lucas 19:45-46)?
Het taalgebruik van Johannes wijkt opvallend af van de andere evangeliën. Begrippen als ‘waarheid, liefhebben, getuigen, wereld, blijven, liefde, geloven, kennen, licht en duisternis, Vader en Zoon’ komen in de andere evangeliën ook wel voor, maar lang niet zo vaak als in het boek Johannes. Het is een beetje omstreden of het evangelie van Johannes voortbouwt op de eerdere Bijbelboeken van Jezus` leerlingen of dat het onafhankelijk van de zogenoemde ‘synoptische’ evangeliën is ontstaan.
Hoe het ook precies zit, de vier evangeliën zijn onlosmakelijk verbonden met het wereldbeeld dat in die tijd gangbaar was. Er wordt redelijk onbekommerd gesproken over de hemel als een fysieke locatie boven de aarde, over het dodenrijk als een plek beneden en over de geestelijke wezens die hun invloed in deze aardse werkelijkheid laten gelden. Engelen en demonen worden ze genoemd. Er komen allerlei wonderen voor die vandaag de dag bij veel mensen op scepsis en ongeloof stuiten zoals het genezen van zieken en het opwekken van doden.
Er bestaat nog een bijzondere anekdote over een zeker Jefferson. In de zogenoemde Jefferson Bijbel uit 1819 werd zo’n poging letterlijk met knip- en plakwerk ondernomen. Jefferson, de derde president van de Verenigde Staten wilde een rationeel Evangelie dat aan alle eisen van de moderne verlichte tijd voldeed. Hij schrapte alles uit de Evangeliën wat daarmee niet in overeenstemming was. Veel hield hij niet over. Het is dan ook veel beter om de evangeliën serieus te nemen als historisch verankerde teksten met een concrete ontstaansgeschiedenis en specifieke kenmerken van de toenmalige cultuur, en tegelijkertijd te zoeken naar de blijvende betekenis ervan voor nu in de overtuiging dat God nog steeds door deze boeken tot ons spreekt.
Het Evangelie van Johannes noemt verschillende keren een discipel welke Jezus liefhad. ( Joh. 13:23/ Joh.19:26/ Joh. 20:2/ Joh. 21:7 en 20). Hij heeft het evangelie geschreven. ( Joh. 21: 24).
Nergens wordt de naam van de schrijver genoemd, maar in de vroege kerk wordt aangenomen dat het Johannes was, de zoon van Zebedeüs.
Het Bijbelboek is gericht aan de gemeenten in Klein Azië voor wie Johannes in eerste instantie Zijn evangeliën schreef. De leden van de gemeenten waren christenen met zowel een Joodse als een heidense achtergrond.
Als je let op het doel van het Evangelie ( Joh. 20:30-31) dan moet Johannes ook geschreven hebben met het oog op Joden en heidenen die nog geen christenen waren.
Volgens een oude traditie in de Vroege Kerk woonde en werkte Johannes aan het einde van zijn leven ( ca. 70-97na Chr. ) in Efeze. Vanuit Efeze hield hij opzicht over omliggende gemeenten in de Romeinse provincie Asia. ( Klein Azië. ) In deze tijd schreef de apostel zijn evangelie en zijn drie brieven. ( 1-3 Johannes). Tussendoor is hij nog een tijdlang verbannen geweest naar het eiland Patmos. Daar heeft hij het boek Openbaringen geschreven. Uit het evangelie blijkt dat het boek geschreven is na de dood van Petrus ( Joh. 21:19), die rond 65 na Christus gestorven is. Het evangelie bevestigt ook dat Johannes heel erg oud geworden is ( Joh. 21:23).
Het doel van het evangelie van Johannes is, dat mensen tot geloof in Jezus Christus komen en zo het eeuwige leven ontvangen. ( Joh. 20:31)
Johannes schreef zijn evangelie om de dwaling te bestrijden dat Jezus niet de Zoon van God zou zijn. Meermalen beschreef Johannes hoe Jezus` wonderen en leer bewezen dat Hij echt Gods zoon was. De beloofde Messias. Hij is het vleesgeworden Woord, echt mens en tegelijk echt God. Sommige mensen erkenden dat Jezus inderdaad de Messias was, maar zij vulden deze verwachting anders in. Zij wilden Jezus met geweld koning maken ( Joh. 6: 14-15). Johannes toonde aan dat dit een verkeerde Messiaanse verwachting was. Jezus was gekomen om zijn leven te geven voor de Zijnen. Dat kon Hij alleen als Hij daadwerkelijk de Zoon van God zou zijn. ( HC zondag 12 en 13 en NGB artikel 10 )
Een gebed
Eeuwige Vader, U hebt nooit een begin en een einde gehad. U zult nooit een einde hebben. U bent de Alfa en de Omega. Dit geloven wij omdat U het aan ons hebt geopenbaard. Ons hart springt op van dankbaarheid dat U onze ogen hebt geopend, waardoor wij zien en weten dat Jezus Christus Uw eeuwige Goddelijke Zoon is – geboren, niet geschapen – en dat U, o Vader en Hij, Uw Zoon één God zijn.
U moet worden geloofd om Wie U bent in de wereld die U hebt geschapen en wij moeten U danken omdat U ons de heerlijkheid van Jezus Christus heb doen zien en smaken.
Doordrenk ons met de Geest van Christus in al Zijn grootheid. Stel ons meer in staat om ons te verzadigen met alles wat U voor ons bent in Hem.
Openbaar de Christus aan ons, waar vlees en bloed onmachtig zijn, en vestig onze aandacht en liefde onafgebroken op de waarheid en schoonheid van Uw glorierijke Zoon. En geef dat we, of we nu rijk zijn of arm, ziek of gezond, door Hem mogen worden omgevormd en in de wereld iets mogen zien van Zijn uitnemendheid.
In Jezus`Naam bidden wij u dit. Amen.
( Bronnen: De Bijbel en wetenschap/ SV met uitleg/ Piper/ Studiebijbel in perspectief )