Het Ardennenoffensief

De slag om de Ardennen

Aan  het eind van de meivakantie gaan we een paar dagen weg samen. We hebben ons domicilie opgeslagen in een van de dorpjes in de Ardennen waar het verleden nog leeft. 

Rond 4 en 5 mei bezoeken we een herinnering aan de oorlog. Dat deden we al toen de kinderen klein waren. De oorlog mag nooit vergeten worden, de herinneringen mogen niet vervagen. 

De slag om de Ardennen – ook wel het Ardennenoffensief- was het laatste grote offensief van de Duitse Wehrmacht aan het Westfront. De slag vond plaats in de Ardennen, van 16 december 1944 tot 25 januari 1945 en werd gewonnen door de geallieerden. In de Engelstalige wereld staat deze strijd bekend onder de naam: ‘De Battle of the Bulge’ omdat de frontlijn de vorm had van een uitstulping. 

In de zomer van 1914 hadden de Duitsers grote verliezen geleden. Een belangrijk deel van het Duitse leger was vernietigd. Daarna waren de fronten gestabiliseerd. De legers hadden hun pantserreserves weer op sterkte gekregen. Hitler wilde die tanks met zijn laatste reserves aan mankrachten inzetten voor een grootscheeps Ardennenoffensief. Daarmee hoopte hij de strijd toch nog in zijn voordeel te beslissen. Dit was zijn allerlaatste kans. In het Oosten zou de immense uitgestrektheid van de Sovjet-Unie iedere aanval moeiteloos opvangen. Maar in het Westen zouden de Duitsers misschien Antwerpen kunnen heroveren, de enige grote havenstad waar de geallieerden voorraden konden aanvoeren. Twee pantserdivisies van de SS zouden binnen een week door de Ardennen heen moeten breken. Daar waren niet veel Amerikaanse troepen. Als ze die taak tot een goed einde zouden brengen, zouden ze de Maas over kunnen steken en Antwerpen kunnen bereiken. Daarmee zou het Britse leger omsingeld worden. De vernietiging van dit leger zou de westelijk geallieerden de genadeslag toebrengen. 

Op 16 december begon het offensief. Het was slecht weer, zodat de geallieerde luchtmacht niet veel uit kon richten en de Duitsers dekking geboden werd tegen de gevreesde luchtaanvallen. De regen en sneeuw maakten de wegen van de Ardennen vrijwel onbegaanbaar. Het Noordelijke 6e pantserleger slaagde er wel in om 30 kilometer op te rukken en door de geallieerde linies heen te breken maar het lukte hen niet om dit doorbreekpunt te verbreden naar het noorden, want de Amerikanen hielden daar stand. Hierdoor liepen de Duitsers vast en Luik kon niet bereikt worden. De Duitsers konden de rivier de Maas niet oversteken 

Naar het zuiden toe had het 5e pantserleger meer succes. De doorbraak daar sloeg een enorme bres in de Amerikaanse linies, zodat de Duitsers erin slaagden om een week lang op te rukken naar het westen tot aan Dinant. Bijna hadden ze de Maas bereikt. 

Maar ze hadden buiten de 101ste Amerikaanse luchtlandingsdivisie gerekend. Zij hadden het wegenknooppunt Bastenaken al bereikt en versterkt zodat hun verdediging goed voorbereid was op de komst van de Duitsers. De omsingelde Amerikanen verdedigden het stadje tegen alle Duitse aanvallen. De Duitsers hadden geen aanvoerwegen meer en wegens gebrek aan brandstof en munitie moesten zij hun aanval op 25 december bij Celles staken. 

Omdat het in het Noorden van de Ardennen fout was gegaan kreeg de Britse veldmaarschalk Montgomery de leiding over de Amerikanen. Hij wist een hecht front op te bouwen en begon zijn troepen in te zetten tegen de opmars van de Duitsers. Er kwam hulp uit het zuiden van generaal Patton, een kei van een commandant. Eindelijk werd het weer zonniger en konden de luchttroepen ingezet worden. Vanuit alle fronten stroomden de pantserdivisies toe en vormden samen een machtig geallieerd tegenoffensief. Maar in het hoofdkwartier wilde Hitler niet van een nederlaag weten en beval hij zijn troepen om door te vechten. Na een zware strijd waarin veel doden vielen, lukte het de Duitsers om Bastenaken in te nemen. Met Montgomery`s troepen uit het Noorden en Pattons legereenheden vanuit het zuiden was er niets anders te beslissen dan terugtrekking voor de Duitsers. 

Hitler stond de ontruiming van de Ardennen toe en op 25 januari waren de Duitsers terug bij af. Ze trokken zich geordend terug, wat leidde tot hevige gevechten in de achterhoede. Er waren ontzettend veel doden gevallen. De exacte aantallen zijn niet bekend. De strijd zou 80.000 tot 100.000 Duitse slachtoffers eisen. Doden, vermisten, gewonden. Aan de kant van de geallieerden zouden het er meer dan 80.000 zijn. 

We dwalen een halve dag door het museum in Bastogne. De foto`s spreken van ontzetting, ellende, angst en dood. 

Wat is oorlog toch verschrikkelijk. Que non fleret?