Hebreeën 10: 14
Door deze ene offergave heeft Hij hen die zich door Hem laten heiligen voorgoed tot volmaaktheid gebracht.
In een paar woorden wordt hier de kracht van Christus’ offer samengevat. Door middel van één offerande heeft Jezus de gelovigen voor altijd vervolmaakt. De wet en het Levitische priesterschap hadden dat met hun ontelbare offers niet tot stand kunnen brengen. ( Hebr. 7:11,19/ 9:9/10:1) Dat hele priesterschap was maar een symbolisch iets, de zonden van de mensheid werden er niet door uitgewist. Herstel van de toegang tot God en de zekerheid van de eeuwige erfenis werden er ook geen werkelijkheid door.
Christus werd langs de weg van lijden en sterven door Zijn Vader in de hemel volmaakt.( zie Hebr.2:10/7:28/ vgl. Hebr.12:2)
Hij ontving Goddelijke heerlijkheid en mocht na Zijn Hemelvaart plaatsnemen aan Gods rechterhand. Bovendien heeft Hij door Zijn offer de gelovigen voor altijd volmaakt. Het gebruik van de perfectumvorm ‘teteleioken’ betekent:’ Hij heeft volmaakt’ en geeft aan het volmaken in het verleden een blijvende volmaaktheid ten gevolge heeft. De gelovigen worden hier – zoals in Hebr. 2:11 de ‘geheiligd wordenden’ genoemd. Aan de ene kant hebben de gelovigen de volkomen verzoening met God al gekregen. Aan de andere kant wordt de heiliging beschreven als een voortgaand proces. Dat proces duurt ons hele leven. Het is pas af als we bij de Heere zullen zijn. Het is ook mogelijk dat de term ‘ geheiligd wordenden’ in dit tekstverband een omschrijving is van ‘gelovigen’.
Om te laten zien dat door het offer van Christus de gelovigen inderdaad zijn volmaakt – dat wil zeggen dat hun zonden vergeven zijn – zegt de schrijver nog iets heel moois: ‘En ook de Heilige Geest getuigt tot ons’ zegt hij ( Hebr. 10:15 vgl. Hebr. 7:8,17)
Uit deze woorden kun je afleiden dat de Heilige Geest de schriften heeft geïnspireerd, zodat Hij daardoor nog steeds met grote kracht getuigt. En het is ook zo dat de Heilige Geest gebruikt maakt van de Schriften om de gelovigen te bevestigen.
Dat is fantastisch! De wet van Mozes was van steen gemaakt. Daarin waren de woorden van God uitgehouwen. Steen is keihard. De wet van God is dat eigenlijk ook. Ze houdt ons een spiegel voor. En we komen erachter dat we die wet niet kunnen houden. Maar toen kwam Jezus Christus. Hij gaf zichzelf voor onze zonden. Wie door de Heilige Geest mag leren wat dat betekent, begint het nieuwe verbond te begrijpen. Dit verbond draagt een totaal ander karakter dan het verbond dat God op de Sinaï gesloten heeft. Het gaat niet meer om wetten en voorschriften in steen uitgehouwen, maar het gaat om een innerlijke verandering in ons hart en in ons verstand.( Hebr.8:10) Het nieuwe verbond berust op een mentaliteitsverandering ( Rom. 12:2), een geestelijke vernieuwing, en wedergeboorte. Dit wonder wordt tot stand gebracht door de Heilige Geest.
God heeft ons gemaakt om Zijn heerlijkheid groot te maken – zoals telescopen sterren groot maken. Hij heeft ons geschapen om Zijn goedheid, waarheid, schoonheid, wijsheid en rechtvaardigheid ten toon te spreiden. Gods heerlijkheid blijkt nooit en nergens zo duidelijk als in de wedergeboorte die Hij mogelijk heeft gemaakt. Wie het ziet, die ervaart een diepe blijdschap over alles wat Hij is. Het betekent dat God de lof en eer krijgt, en wij de vreugde. God heeft ons zo geschapen dat Hij de meeste eer krijgt als wij nergens grotere vreugde in vinden dan in Hem.