Al zal de vijgenboom niet bloeien
Al zal de wijnstok niets voortbrengen
Al zal de oogst van de olijfboom tegenvallen
Al zal er geen koren op de akker staan
Al zal er geen schaap meer in de kooien zijn
En geen rund meer binnen de omheining
Toch zal ik juichen voor de Heer
Jubelen voor de God die mij redt.
God de Heer is mijn kracht,
Hij maakt mijn voeten snel als hinden,
Hij laat mij over mijn bergen gaan
Voor de koorleider, bij snarenspel.
De psalm van de profeet Habakuk is een reactie op de openbaring die hij als antwoord op zijn vragen had ontvangen. Die openbaring had zijn ontreddering niet kunnen wegnemen. Helemaal niet zelfs, nu wist hij dat hij nog slechtere tijden moest verwachten dan die hij nu meemaakte. Toch klampte hij zich vast aan de belofte van de Heer dat Hij zou komen en gerechtigheid manifesteren.
Al schrijvend en profeterend dacht de profeet daarover na. Hij stelde zich die komst voor. Dat deed hij in vormen die herinneren aan vroegere gebeurtenissen waarbij de Heer zich openbaarde. Hij dacht vooral aan de uittocht uit Egypte, een heilsfeit bij uitstek.
Tegelijkertijd zinspeelde hij schijnbaar op het Kanaänitische volksgeloof om te beklemtonen dat er maar één Meester is over de natuurkrachten en over alle gebeurtenissen hier op aarde. Hij is de enige God die uiteindelijk Zijn volk verlossen zal.
Terwijl de profeet hierover nadacht, werd zijn geloof gevoed en gesterkt. Hij besloot zijn overdenkingen door zijn vaste vertrouwen op God te bevestigen. Dat deze God er is, Die zijn bezorgde vragen had beantwoord, gaf hem grote vreugde en blijdschap. De God die redt, was de Alfa en de Omega, het begin en het einde van zijn geloof. Omdat Habakuk vol overgave tegen God had kunnen zeggen wat hem kwelde, was zijn geloof krachtig versterkt.
In vertrouwen op Zijn God wachtte de psalmist op de dag dat degenen die aanvielen, zelf aangevallen zouden worden en in de verdrukking zouden komen. Habakuk had geen reden om vrolijk te zijn als hij om zich heen keek. Het was goed denkbaar dat het land om hem heen in puin zou komen te liggen en er gebrek zou komen aan voedsel als gevolg van vijandelijke aanvallen. De vijand kon de vruchtbomen en de velden leegroven. Maar ondanks dat vond de dichter alle redenen om te juichen. De aanval van de vijand zou tijdelijk zijn en de Heere God zou hem verlossing brengen. Hij bleef immers dezelfde God die ook in het verleden zo vaak uitkomst had gebracht?
Dit besef zorgde ervoor dat de profeet weer met het gemak en de lichtvoetigheid van een hinde zijn weg ging.
Vroege Vogels – Roedel rennende herten
De juichende woorden van vers 17-19 vormen de climax van het boek Habakuk, en vormen tegelijkertijd ook de oplossing van het probleem waarmee Habakuk worstelde. De gelovige zou leven en Gods gunst werd ervaren te midden van bijzonder moeilijke omstandigheden.
Het lied van Habakuk toont de geweldige macht van de God van Israël. Eeuwen geleden had Hij die ingezet voor de bevrijding van Zijn volk, en Hij zou dat opnieuw doen. De zondaren zouden vergaan en de oprechten zouden door hun geloof leven. Zo sluit dit lied naadloos aan bij de boodschap van de vorige twee hoofdstukken.
De uitroepen van vreugde bezingen de overwinningen van de Heere in het verleden. Dat gebeurt in kosmische beelden waarin meerdere momenten samenkomen. De aandachtige lezer ziet beelden van de schepping, van de wetgeving op de Sinaï en van de tocht door de woestijn aan zijn geestesoog voorbijtrekken. Deze momenten vormen de achtergrond van de oproep van de psalmist aan God om in te grijpen in dit moment van de geschiedenis waarin de Babyloniërs oprukten om Jeruzalem in te nemen. Deze terugblik deed Habakuk erg goed. Hij werd vervuld van vertrouwen op God. Dat gaf hem moed en kracht om te wachten op God, hoe moeilijk zijn omstandigheden ook waren. Wij mogen ons laten bemoedigen door deze moedige woorden van de profeet. Wie zich de toenmalige situatie voor ogen stelt, weet dat de God die nooit veranderen zal Dezelfde is en altijd blijven zal. Hij zal ons geleiden tot de dood toe.
Ook in het Nieuwe Testament vinden we dit vertrouwen op God. Zijn overwinning komt daar het meest tot uitdrukking in de dood en opstanding van Jezus Christus. Dat is de achtergrond van het intense vertrouwen dat je kunt vinden in Romeinen 8 en 1 Korintiërs 15.
Daardoor zijn gelovigen meer dan overwinnaars! De vreugde in God is niet afhankelijk van onze omstandigheden, gelukkig niet! Als wij hier op aarde moeite en zorgen meemaken dan leren die ons des te meer uit te zien naar het onwankelbare koninkrijk van God.
De woestijn zal bloeien als een roos – Opwekking 388