Deut.18:15
De wetten die de Heere aan Mozes gaf in Deuteronomium waren gericht op mensen die een leidinggevende taak hadden binnen het volk. Rechters, koningen, priesters, Levieten en profeten. Deze wetten betroffen de verschillende instellingen van Israël. Ze organiseerden het leven van elke dag en moesten ervoor zorgen dat het hele volk trouw bleef aan de Heere God en aan Zijn verbond. In positieve zin betekende dat: “ rechtvaardigheid betrachten, God vereren en luisteren naar Zijn woord.” In negatieve zin betekende het: “het vermijden en niet doen van alle praktijken die de wet verbood”dat waren met name de praktijken van alle omringende volken.
In de bovenstaande teksten gaf de Heere een profeet aan Zijn volk. Het ging om iemand uit hun midden, een broeder. JHWH zou telkens opnieuw iemand uit hun midden doen opstaan die hij profetische gaven zou verlenen. Naar hem zouden de mensen moeten luisteren. Hoewel hier het enkelvoud ‘profeet’ staat, wordt er bedoeld dat er in de loop van de geschiedenis steeds opnieuw profeten zouden zijn. De aanwijzing van profeten is bij de berg Horeb ontstaan. ‘Heel het volk was getuige van de donderslagen en de lichtflitsen, het schallen van de ramshoorn, en de rook die uit de berg kwam. Bij die aanblik deinsden ze achteruit en ze bleven op grote afstand staan. Ze zeiden tegen Mozes: ‘spreekt u met ons, wij zullen naar u luisteren. Maar laat God niet met ons spreken want dan sterven we. ’Maar Mozes antwoordde: ‘Wees niet bang, God is gekomen om u op de proef te stellen en u met ontzag te vervullen voor Hem zodat u niet meer zondigt. En terwijl het volk op een afstand bleef staan ging Mozes naar de donkere wolk waarin God aanwezig was.’( Exodus 20: 18-21)
Maar uiteindelijk stemde de Heere met het verzoek in en zei dat Hij een profeet op zou doen staan uit het midden van de Israëlieten, zoals Mozes. God zou Zijn woorden in de mond van die profeet leggen en hij zou aan de volken doorgeven wat de Heere God te zeggen had. Dit spreken had Goddelijk gezag. Daarom zou de Heere rekenschap vragen van de man die niet naar deze woorden zou luisteren. Het criterium zou wel zijn dat het inderdaad om Goddelijke woorden zou moeten gaan. Wanneer zou blijken dat de woorden van de profeet niet uit zouden komen, dan zou het door hem gesproken woord niet van God afkomstig zijn maar door de profeet zelf verzonnen. Misschien zou de profeet zich aan waarzeggerij schuldig gemaakt hebben. Als toets zou dit alleen achteraf te beoordelen zijn. Deze woorden zijn dus geen alomvattend criterium voor de profetie, maar alleen een aanwijzing die gehanteerd kan worden in het kader van voorzegging van de toekomst zoals voor de hand ligt in een context waarin over waarzeggerij gesproken wordt. Misschien moeten wij in onze tijd hierbij denken aan het geloof dat veel mensen in de astrologie hebben.
Het behoort tot de zegeningen van het verbond als de Heere God profeten aan zijn volk geeft. Daar staat tegenover dat het een straf is als die er niet of nauwelijks zijn. Wanneer het volk Israël in verbondenheid met God zou leven, onberispelijk en loyaal aan Hem zou zijn, dan zou Hij op Zijn tijd onderwijs geven over de toekomst en over allerlei actuele zaken maar het volk mocht geen eigenmachtige methoden hanteren om de toekomst te weten te komen of te beïnvloeden.
Het Nieuwe Testament kent ook profeten en profetessen. Ook na de komst van Jezus Christus. Maar over Christus wordt gezegd: ‘Nadat God eertijds op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon.’ ( Hebr. 1:1).
Alle gezagsdragers die genoemd zijn hebben als taak JHWH te dienen maar in het geval van de profeten gaat het om de communicatie van God met Zijn volk. Hij laat het niet alleen en Hij leidt het. ( Psalm 32:8). Het volk mag geen occulte methoden gebruiken om Gods wil te ontdekken.
Het belang van dit Bijbelgedeelte voor de christelijke gemeente wordt verschillend beoordeeld. In toenemende mate is er interesse voor de vraag hoe wij moeten omgaan met zowel occultisme als profetie. De waarschuwing tegen occultisme wordt in het N.T. verscherpt omdat er meer zicht kwam op de geestelijke achtergrond, het werk van satan en de demonen. Het is erg belangrijk om de geestelijke uitingen te toetsen. ( 1 Tess. 5: 20-22/ 2 Tim.3: 2-8/1 Joh.4:1).
Israël was van ouds het verbondsvolk. Profeten hadden een bijzondere rol. Ze wezen allemaal heen naar de komst van de Messias, en later refereerden zij aan de Messias. Jezus, de Zoon van God.
Ook vandaag is Hij de langverwachte, de Zoon van God. Wie in Hem gelooft heeft eeuwig leven. De tekst uit Deuteronomium 18: 15 is ook een profetie over de Heere Jezus ( zie Matth. 17:5/ Handelingen 3:22/ Hand.7:37.) Hij is onze hoogste Profeet en leraar. ( H.C.zondag 12).
Jezus! Om Hem gaat het. Hij is het waar alles om draait. Hij kwam naar deze wereld vanwege de gebroken en donkere situatie waarin zij verkeerde. Maar alles wat Hij hier op aarde deed was: dingen herstellen. Het is Zijn agapè waar elk mens in principe naar zoekt. Zie hoe Hij in de nacht geboren werd en in de duisternis stierf en laat je daardoor vormen naar de gelijkenis van Zijn volmaakte karakter.
(Bronnen: studiebijbel in perspectief / studiebijbel online/ S.V. met uitleg/ Tim Keller: ontmoetingen met Jezus)