De schepping (9)

Zo bracht God de mens in de tuin van Eden. Zijn opdracht was om deze prachtige hof  te bewerken en erover te waken. Van alle bomen in de tuin mocht de mens naar hartenlust eten, zelfs ook van de levensboom. De bomen stonden symbool voor de rijkdom van de aarde die de mens ter beschikking was gesteld. Een grote variëteit aan smakelijke vruchten benadrukte de gulheid van de Schepper. Het werkwoord מזון ( eten ) dat in het Hebreeuws gebruikt is, staat er eigenlijk dubbel om de mens ervan te overtuigen dat al deze gaven hem van harte gegund waren.


Er stond nog een boom. Boom der kennis van goed en kwaad was haar naam. Deze boom moest onaangeraakt blijven.Zou de mens daarvan eten dan volgde een onherroepelijke dood. 
Onafgebroken dacht God aan Zijn schepsel. Hij zag Adam en vond het niet goed dat hij alleen was. ” Ik zal hem een helper maken, iemand die bij hem past. ‘ dacht Hij. Nu gebruikt de Hebreeuwse vertaling het woord לעזור, het woord dat ook gebruikt werd om de hulp van God Zelf aan te duiden. Het moest dus een perfecte hulp worden, iemand die volkomen goed voor de mens zou zijn. God wist dat de mens van nature een samen – wezen was. Iemand die het meest volkomen tot bloei kwam in relatie met iemand anders.
De Grote Pottenbakker begon te boetseren. Als een volmaakt vakkundig kunstenaar vervaardigde Hij uit de aarde de in het wild levende dieren en alle vogels. Daarna bracht Hij ze naar de mens om te zien welke namen Adam hen geven zou. Wat een genoegen moet het de Heere gegeven hebben om zo met Zijn schepping om te gaan! De mens gaf namen aan het vee, aan de vogels, en aan alle wilde dieren. Maar onder geen van hen vond hij een helper die bij hem paste.

God sloeg dit alles gade. Hij liet een diepe slaap over Adam vallen. Terwijl hij sliep nam God één van zijn ribben. De opengevallen plek werd met spieren en zenuwen opgevuld, vlees noemt de Bijbel het. Uit de rib die Hij bij de mens weggenomen had, bouwde God een vrouw. Zij was niet uit Adams hoofd gemaakt, zodat hij over haar zou heersen. Hij was ook niet uit zijn voeten gemaakt zodat hij haar zou kunnen kleineren. Zij was uit zijn zijde gemaakt. Dit geeft haar plaats aan. Onder zijn arm, zodat hij haar beschermen kon en bij zijn hart zodat hij haar koesteren kon. En God bracht haar bij Adam.
Met grote blijdschap riep de mens uit: ‘ Eindelijk één gelijk aan mij! Mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees. Eén die ik  VROUW noemen zal! Eén uit een man gebouwd!’
Zoals Eva bij Adam gebracht werd is het nooit meer geweest. Zo volmaakt zo daadwerkelijk van God gegeven. Toch noemt de Bijbel direct de toekomst en zegt:  ‘Daarom is het dat een mens zich losmaakt van zijn vader en moeder, en zich hecht aan zijn vrouw, met wie hij één van lichaam wordt.’ Beiden waren ze naakt, de mens en zijn vrouw. Maar zij schaamden zich niet voor elkaar. Volkomen transparantie tussen deze twee mensen, daarbij ingesloten een volkomen transparantie naar God en vise versa. Dat kon in deze volmaakte sfeer.  ( Gen. 2: 15 – 25 ) Adam en Evan mochten volmaakt genieten van al het goede. Kwaad was er niet, dus ze hoefden hun dagen niet te vullen met het najagen van meer geluk,meer bezit, of meer kennis. Alles was helemaal perfect. 

 

 

Er is veel veranderd sinds het volmaakte begin. Mensen zijn de koers kwijtgeraakt nadat ze uit het Paradijs verdwenen zijn. Niet God, maar de mens begon centraal te staan. Zo is dat helaas gebleven tot op de dag van vandaag. En het is nog erger geworden. Er wordt dagelijks heel wat leed en verdriet over ons uitgestort. Ik weet niet hoe jij dat ervaart, maar als ik het journaal heb gezien dan heb ik mijn dagelijkse portie ellende alweer gehad. Lees je ook nog de krant, en word je in je directe omgeving met narigheid geconfronteerd, dan kun je de vraag niet meer ontlopen: kun / mag je wel gelukkig zijn? Ik denk dan niet aan het opgeklopte geluk waarmee de media ons dagelijks mee verrast, of aan de reclame, want als je de reclamespotjes moet geloven kun je al van het juiste afwasmiddel onwijs gelukkig worden.

Is geluk alleen nog mogelijk wanneer je jezelf min of meer voor alle ellende afsluit? Is dit een geloofsbelijdenis die ons gelukkig maakt? Als Jezus de ogen niet sloot voor het ongeluk hier op aarde, mogen wij dat dan wel doen?

De Heere Jezus had een open oog voor de hele wereld. Zijn toekomstschets sprak over oorlogen en hongersnoden, over rampen en vervolgingen, over ziekte en dood. Hij wist precies wat voor wereld Hij verliet. Zijn rede was niet opgeklopt positief, wel sober en realistisch. Op die manier bereidde Hij zijn leerlingen voor op hun toekomstige taak.

In navolging van Jezus mogen wij ook onze ogen niet sluiten voor de wereld om ons heen. We moeten ons leven bezien in het licht van de werkelijkheid van God. Dit feit weerhoudt ons van een hedonistische levensstijl.

 

One response to “De schepping (9)

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *