De zesde dag
Verschillende filosofen hebben in de geschiedenis van de filosofie nagedacht over de vraag “ wat is de mens? “ Zij kwamen met verschillende antwoorden. De oude Grieken dachten dat de mens een soort dier was dat denken kon. Latere filosofen dachten dat de mens het enige wezen was dat in God geloven, praten of moreel handelen kon. In elke overtuiging zit wel een kern, maar zij doen de ultieme waarheid tekort.
In de geschapen werkelijkheid neemt de mens een bijzondere plek in. De aarde werd voor de mens in gereedheid gebracht. Binnen een tijdsbestek van vijf fantastische scheppingsdagen maakte de Heere vol liefde, zorg en aandacht onze woonplaats klaar!
“ Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn en op ons lijken ” zei God op de zesde dag. Waarschijnlijk verwijst het woord “ wij ‘ naar God en Zijn hemelse hof. Sommige geleerden denken dat het de engelen zijn aan wie Hij Zijn grootste scheppingsdaad aankondigde. Maar het is waarschijnlijker dat de Heere bij Zichzelf te rade ging, of Zich tot de Heilige Geest richtte, die in Zijn schepping werkzaam is. ( Gen.1: 2 ) Uit de gedetailleerde beschrijving van de laatste scheppingsfase blijkt dat het om het mooiste gedeelte van Gods schepping gaat. De Heere verleende ons een bijzondere eer toen Hij besloot om de mens op Zichzelf te laten lijken. Wij moesten zelfs het evenbeeld van God worden, een afspiegeling van Zijn luister!( Gen. 1: 26/ Gen. 5: 1-3 / 9: 6 ) In het Nieuwe Testament wordt deze schepping als het evenbeeld van God genoemd. ( 1 Kor 11: 7/ Kol 3: 10 / Jak.3: 9 ) Zoals de Heere God over het hele universum heerst, zo wordt het de roeping van de mens als Gods vertegenwoordiger, om te heersen over de hele aarde. God Zelf heeft Zijn evenbeeld op de aarde gezet en veroordeelde hiermee elk afgodsbeeld dat na de schepping van de mens gemaakt werd om aanbeden te worden. Heel bijzonder is ook dat het om alle mensen gaat, – niet zomaar enkelen – die Gods evenbeeld mogen weerspiegelen.
Het woord scheppen dat de Heere voor deze unieke scheppingsdaad gebruiken liet ( bara ) komt drie keer voor in dit Bijbelgedeelte. Daarmee wordt uitgedrukt hoe belangrijk en bijzonder de schepping van de mens is. De gelijkenis met God en het man of vrouw zijn blijken twee fundamentele eigenschappen van ieder mens te zijn en worden aangehaald in Math. 19: 4 en Marc. 10: 6.
Toen zegende de Elohim de mens! Zoals op de voorgaande dag de dieren gezegend werden. Daarbij komt nog onze extra bepaling en roeping om als Gods evenbeeld te heersen over de schepping. ( vs 26. 2: 25 / psalm 8: 7 – 9 ) Wat een hoge komaf hebben wij! Maar tevens blijven we broos en zwak ( psalm 8 ) Onze Schepper vormt de mens uit het stof van de aardbodem en het is goed mogelijk dat het hierbij om een vochtige kleverige substantie ging die zich boetseren liet. Het leven danken wij aan God die ons de levensadem inblies. Als de Heere deze levensadem terugneemt, dan keren wij tot stof terug. Volkomen afhankelijk van Zijn Schepper leefde de mens op de adem van Zijn stem. Een heerlijke vreugdevolle volmaakte afhankelijkheid. Geweldige taken vulden zijn dagprogramma. Het zorg dragen voor de hele schepping! Was het maar zo gebleven! Elke avond zou God ons tegemoet komen om met ons te praten! We hadden Zijn Woord niet nodig gehad, want wij zouden alles over Hem begrijpen en volkomen van Hem gekend willen zijn. We hadden de eeuwigheid in ons hart gehouden en hadden geen genade nodig gehad. De Heere Jezus had niet hoeven lijden en sterven.
God had de mens gezegend, en Hem de unieke menselijke roeping toebedeeld. Hij zei: ” Wees vruchtbaar en wordt talrijk. Bevolk de aarde en breng haar onder je gezag. Heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen. En hierbij geef ik jullie de groene planten tot voedsel! ” En zo gebeurde het. God keek naar alles wat Hij had gemaakt, en zag dat het heel erg goed was. Het werd avond en het werd morgen. De zesde dag was voorbijgegaan. De schepping naderde zijn voltooiing.
Good replies in return of this issue with real arguments and describing everything concerning that.