De Heilige Doop (5)
Een geestelijke besnijdenis
In Hem bent u ook besneden, niet door mensenhanden, maar met de besnijdenis van Christus, door het afleggen van het aardse lichaam. Toen u gedoopt werd, bent u immers met Hem begraven en met Hem bent u ook opgewekt omdat u gelooft in de kracht van God die Hem uit de dood heeft opgewekt. ( Kol. 2: 11 en 12).
In deze verzen ging Paulus in op de Joodse elementen uit de verkeerde gedachte en leer die in Kolosse heerste over de besnijdenis. Die besnijdenis was niet meer nodig omdat Christus Jezus voor de zonden gestorven was. Er was nu alleen nog maar een geestelijke besnijdenis van het hart nodig. Daarover hadden de profeten het in het Oude Testament ook al gehad. ( Deut. 10:16/ 30:6/ Jer.4:4/ Ezech.44:7,9). De essentie van hun uitspraken was: echte overgave aan God en gehoorzaamheid aan Zijn wil is geen werk van mensenhanden, maar van God alleen. (Efeze 2:11)
In het Oude Testament was de besnijdenis als instelling het teken geweest van de inlijving bij het volk van God. Het Nieuwe Testament heeft niet de besnijdenis, maar wel de beeldspraak ervan overgenomen. (Rom. 6: 6/ 7:24).
De besnijdenis van Christus houdt in: Zijn sterven aan het kruis. Daar aan dat vreselijke hout heeft Hij Zijn lichaam afgelegd. Niet omdat Hij zonde had gedaan, of een zondige natuur kwijt moest zien te raken. Het was volkomen vrijwillig. Wanneer wij of onze kinderen gedoopt worden dan is de Doop het beeld van de gelovige die met Christus begraven wordt.
De geestelijke besnijdenis is het handelen van de Heilige Geest wanneer iemand zich bekeert. Die Geest breekt de macht die de zonde normaal gesproken over ons heeft. Opnieuw een sterk staaltje van geestelijk inzicht van de apostel Paulus om dat zo te stellen. Dat inzicht had hij niet van zichzelf, ook Paulus kreeg het van de Heilige Geest. Door de geestelijke besnijdenis krijgen wij deelname aan alles wat Jezus Christus is.
Bronnen: studiebijbel in Perspectief, SV met uitleg/ infographic bijbel
Zoon van God, U wil ik eeuwig danken (J. Bredewout)