De gelijkenis van het mosterdzaad

De gelijkenis van het mosterdzaad.
( Matteüs 13: 31, 32 )

Jezus ging aan de oever van het meer zitten. Van alle kanten stroomden er mensen naar Hem toe. Zij gingen om hen heen staan. Daarom stapte Hij in een boot, terwijl de menigte op de oever bleef staan. Over het algemeen was een gelijkenis een fictieve gebeurtenis. Het doel was om een hogere geestelijke waarheid over te brengen. De Meester sprak de mensenmassa uitvoerig toe.

De gelijkenis van het mosterdzaad.
In de oudheid was het algemeen bekend dat mosterdzaad erg klein was. Het was een typisch Joods voorbeeld om het onmogelijke van iets weer te geven. Het koninkrijk van de hemel leek op een zaadje van de mosterdplant dat iemand meenam en in zijn akker zaaide. Hoewel het om het allerkleinste zaadje ging dat er bestond, groeide het uit tot de grootste van alle planten. Het werd een struik, de vogels van de hemel bouwden hun nest in zijn takken. Uiteindelijk groeide het mosterdzaad uit tot een grote boom. Ongelooflijk, maar waar. Niemand herkende in de grote sterke boom het kleine nietige mosterdzaad.

 

Het Oude Testament beschrijft vaker het beeld van een boom die een schuilplaats biedt voor de dieren. In het boek Ezechiël legt de profeet uit dat het de Heere is die aan alles wat leeft groei en wasdom geeft. Het leven wordt hier vergeleken met een boom. Wat Hij gezegd heeft, dat zal Hij ook doen. Zo is het gegaan met de komst van de Messias die eeuwenlang voorzegd werd en werkelijkheid werd,  zo gaat het ook met ons. Als wij in God geloven, gaat Hij wonderen doen. Het koninkrijk van God – dat stil en onzichtbaar geboren wordt in ons hart – wordt steeds meer zichtbaar.
Jezus wil ons laten weten dat alles wat met Zijn koninkrijk te maken heeft in het begin klein, nietig en onopgemerkt is. Toch zal elk goed werk dat God begint blijven bestaan.  Het zaad dat van God komt, heeft het vermogen in zich om te groeien. Uiteindelijk zal het tot een grote maat van kracht en nuttigheid komen. Het zal tot een grote boom uitgroeien met takken waarin de vogels zich een nest zullen bouwen. De boom kan een beeld zijn van de Kerk. Gods volk vindt er voedsel, rust, schaduw en bescherming.  Soms kiest de Heere mensen uit die in hun leven een groeiende genade ontvangen hebben die sterke genade worden zal. Dat zijn mensen die veel mogen betekenen in het Koninkrijk van God. Ze kunnen anderen tot steun, troost of bemoediging zijn. Daarom moet elke christen ernaar streven om te groeien in het geloof, en om van betekenis te zijn voor anderen. Dan zal door ons leven de Heer onze God verheerlijkt worden. We zullen als een licht zijn dat anderen de weg wijst.

Matthew Henry schreef nog de troostvolle woorden:  ‘En waar de Kerk is, daar is Christus ook ‘.Je kunt er dus zeker van zijn dat je in de kerk de Heer, de God die de gelijkenis liet uitspreken tegenkomt. Bij Hem moet je zijn!