Daniël ( 9 )

Daniël 7 : 1 – 18 

Toen Belsassar een jaar koning van Babylonië was, kreeg Daniël een droom. In zijn slaap trok het ene na het andere beeld aan zijn geestesoog voorbij. De beelden zorgden ervoor dat zijn droom in een visioen veranderde. Hij zag hoe de vier winden vanuit het Oosten, Westen, Noorden en Zuiden de oceanen in beroering brachten. Uit de zee doken vier dieren op, die in geen enkel opzicht op elkaar leken. Terwijl de winden de golven van de zee tot een storm aanwakkerden zag Daniël een leeuw met een soort adelaarsvleugels, die langzaam en statig uitgetrokken werden. Een onzichtbare hand trok het dier omhoog en zette het recht overeind. Het stond op twee benen, net als een mens. Het bijzondere aan de leeuw was dat hij ook begon te denken als een mens. 

Het tweede dier stond half rechtop en leek op een beer. Er staken drie botten uit zijn bek. Daniël hoorde een stem die zei: “ Sta op en eet zoveel als je kunt. “ Het derde dier leek op een panter. Maar op zijn rug had het dier vier vleugels. Bovendien had het dier vier koppen. Daniël zag dat het panter-achtige dier veel macht toebedeeld kreeg. 

Het visioen was beklemmend, maar wat Daniël hierna zag maakte hem echt bang. Hij zag een verschrikkelijk eng vierde dier uit de zee oprijzen. Het was geweldig sterk en had grote ijzeren tanden. Het verschrikkelijk enge vierde dier at alles op en zijn grote poten trapten de grond  onder hem kapot. Er zaten tien horens op zijn kop. Daniël keek aandachtig naar de tien horens en zag dat er een nieuwe kleine hoorn tussen groeide. Drie van de oude hoorns werden opzij geduwd voor de nieuwe. De nieuwe hoorn had ogen als een mens, en een mond die vol trots over zichzelf aan het praten was. 

Daarna zag Daniël dat er tronen neergezet werden op de aarde. Een persoon die er als een oude wijze man uitzag nam plaats op de troon. Zijn kleren waren zo wit als sneeuw en zijn haar leek net wit gesponnen wol. De troon waarop de oude wijze man zat veranderde in een wagen van vuur en de wielen waren vurige vlammen. De aarde voor de vurige troon opende zich en liet een stroom van vuur uit de grond komen. Duizenden engelen dienden de wijze oude man met het witte haar, en miljoenen engelen stonden voor de vurige troon

Daniël keek ademloos toe en zag dat er boeken geopend werden. Het leek op een rechtstribunaal want Daniël hoorde dat de dieren die hij uit de zee op had zien komen, gestraft werden. Het gruwelijke dier met de ijzeren tanden werd gedood en in het vuur gegooid. Ook de andere dieren werden gestraft. Hun macht werd van hen afgenomen, maar ze mochten wel blijven leven. 

Vol ontzetting zag Daniël dat er nog iemand in zijn droom verscheen. Het leek een mens te zijn. Hij kwam van omhoog, vanaf de wolken van de hemel. De mens werd bij de oude wijze man gebracht. De oude wijze man maakte hem Koning. Alle volken op de aarde dienden Hem en er zou geen einde komen aan zijn macht. Zijn koninkrijk zou voor eeuwig blijven bestaan. 

Het visioen maakte diepe indruk op de geest van Daniël. Zou hij alles gelijk op gaan schrijven? Maar zijn onderzoekende geest liet hem een beter besluit nemen. Hij ging naar één van de engelen die dicht bij de troon van de oude wijze man stond. “ Mag ik u vragen wat dit allemaal te betekenen heeft? “ vroeg hij beleefd.

Daniël kreeg gelijk antwoord. “ De vier grote dieren zijn vier koninkrijken. Ze zullen de één na de ander een door God bepaalde tijd bestaan. Maar daarna zal het koninkrijk van de Heere, de Allerhoogste, voor altijd bestaan.” 

De zee was in de Kanaänitische godenleer een godheid die de krachten van de chaos voorstelt. Job ( 3 : 8 )beschrijft een zeemonster dat er zijn verblijfplaats heeft. De Leviathan, de verpersoonlijking van de macht van het kwaad. In de Bijbel betekent de zee vaak de wereld van de mogendheden en de volken die tegen God in opstand zijn. ( Openbaringen 13 : 1 ) 

De leeuw was het embleem van de Assyrische en Chaldeeuwse koningen. Hoogstwaarschijnlijk werd Nebukadnezar bedoeld. De andere twee dieren waren de verpersoonlijking van het Medische en Griekse Rijk en de snelle panter beschreef waarschijnlijk Alexander de Grote die met een grote vaart de ene na de andere overwinning behaalde. Na zijn dood werd zijn grote rijk in vieren gedeeld: 1. Macedonië en Griekenland, 2. Thracië en Klein Azië, 3. Syrië, 4. Egypte en Palestina. 

De oude wijze man is zonder twijfel de Heere God, de Eeuwige. ( Psalm 90: 4 / 102: 25 – 28 / 1 Tim. 1 : 17 / 2 Petr. 3 : 8 ) Zijn witte kleed was een beeld van zuiverheid ( Openbaringen 1 : 14 ) en de troon, de wielen en het vuur herinneren aan de stralende verschijning van de Heere uit het boek Ezechiël. ( Hfdst 1 en 10 ) 

De geopende boeken zijn de boeken waarin met het oog op het oordeel alle daden van de mensen beschreven staan, de goede en de slechte. ( Psalm 56 : 9 / Openbaringen 20 : 12 ) 

Het hele visioen laat er geen twijfel over bestaan wie er bedoeld wordt met de menselijke persoon die koning wordt. Het is de Messiaanse koning, Jezus, de Messias, de Koning van een koninkrijk dat bestaat uit het volk van de heiligen van de hoogste God. Het koninkrijk van de Vrede!  ( Openbaringen 22 )  (SB, Alle vertalingen, MH ) 

 

Geef een reactie