Er is niets in de natuur dat ons hart meer verheugd dan het opgaan van de zon. Alles verandert in een fractie van een seconde. Zo is het ook met de komst van Christus in ons hart.
Toch was er niet direct al zoveel van Zijn heerlijke komst te zien of te merken op aarde.
Na de zondeval kwam er een enorme scheiding tussen de mensen en God, maar ook tussen de mensen en de dieren. Met name tussen de slang en de vrouw zette de Heere God grote vijandschap met de woorden: ‘Vijandschap sticht Ik tussen jou en de vrouw. Tussen jouw nageslacht en het hare. Zij verbrijzelen je de kop. Jij bijt hen in de hiel. ( Gen. 3: 15 )“
De tekst gaat over véél meer dan de afkeer van de mens voor slangen, en over de gevaren die zij symboliseren. Het nageslacht van de vrouw zou bestaan uit mensen die de innerlijke kracht krijgen om te strijden tegen de zonde. Zij zullen uiteindelijk ook overwinnen ( Openbaringen 22 : 14 )
Het nageslacht van de slang daarentegen zal bestaan uit mensen die het spel van de slang spelen en doen waartoe de slang hen aanzet. ( vgl. Joh. 8: 41 – 44 )
De belofte van God over de komst van de Heere Jezus – al zo vroeg aan Adam en Eva gedaan – loopt als een kostbare gouden draad door de hele Bijbel heen. Nu eens verborgen, dan weer in schittering verschijnend. Nu eens dof, dan weer stralend. Dikwijls langs onbegrijpelijke wegen duikt dit snoer op uit de heilige grond waarop we ons bevinden als we in de Bijbel lezen.
Overvloedige zegen in het vooruitzicht stellend troostte de Heere God Abraham in zijn kinderloosheid toen Hij zei: “ En alle volken op aarde zullen wensen zó gezegend te worden als jij! ( Gen. 22: 18 ) ‘
Abraham was al eerder gezegend, maar deze formulering is wel heel erg plechtig, Gods beloften stralen je tegemoet!
Eeuwen later staan we opnieuw op heilige grond als de Heere Zijn beloften bevestigd aan David door aan Salomo een bestendig koningschap te schenken. ( 2 Sam. 7: 12 – 14 )
Het wonderlijke hier is dat de Heere zegt dat niets Salomo bij God uit de gunst zal doen geraken zoals dat bij koning Saul wèl gebeurd was.
Het verschil tussen deze beide koningen lag in het verschil in afstamming: het was het nageslacht van de vrouw tegenover het nageslacht van de vrouw.
De Heere vergat Zijn beloften nooit. Er waren mensen die deze beloften geloofden, en verder vertelden. Maar het volk van Israël was zo hardleers. Zo moest de Heere klagen dat Hij geen medelijden met hen kon hebben omdat zij zich niet bekeerden. ( Hosea 13 : 14 )
De apostel Paulus zou later in Jesaja 25 : 8 een belofte over de dood – de grote vijand van de mens – zien ( 1 Kor. 15 : 54 ) en Hosea 13 : 14 aanhalen volgens de oude Griekse vertaling, in verband met de lichamelijke opstanding van de gelovigen ( 1 Kor. 15 : 55 ). Wat God in de tijd van Hosea voor Israël niet kon doen, belooft Hij voor de ware gelovige wèl te doen.
In Micha 5 wordt de belofte nòg concreter: Betlehem wordt aangewezen als de exacte geboorteplaats van de Heere Jezus. Micha zag het kostbare beloften- snoer hier zò duidelijk voor zijn geestesoog verschijnen dat hij spreekt over de vrouw en het Kind als een bekend feit. Hij nam aan dat iedereen dat allang wist.
Daarbij verwees hij waarschijnlijk naar de profetie van Jesaja ( 7 : 14 ).
Wat een moeite deed de Heere voor de redding van de mensen en wat was Hem er veel aan gelegen om iedereen het Snoer van de beloften te laten zien, en daarin te laten geloven!
Zo mogen wij Anno 2023 zien op de Heere Jezus als Degene waar de hele Bijbel – dat Kostbare Snoer van Beloften – vol van staat.
Dit is het Evangelie: de vervulling van Gods beloften in de komst van Christus! Hij is waarachtig God en Mens, Die met Zijn sterven en opstanding – voor alle mensen die in Hem geloven – zonde, dood en hel heeft overwonnen.