2 Korintiërs 1 : 21-22
De trouw van God en zijn ‘Ja’ in Christus garanderen dat de dienstknechten die door God zijn uitgezonden ook betrouwbaar zijn. In dit en in het volgende vers werkt Paulus dat verder uit. Hij schrijft: ‘Hij die ons bevestigd heeft in de Gezalfde- in Christus- en ons gezalfd heeft, is God. Het deelwoord ‘bebaion’ betekent: Hij die bevestigd, Hij die garandeert. Het geeft een doorgaande beweging aan. God gaat door met bevestigen, met het garanderen van Zijn werk. Dit bevestigen is op Jezus Christus gericht: de relatie en verbondenheid met Christus worden voortdurend verdiept. Dat doet God niet alleen met Paulus en zijn medewerkerd maar Hij doet dit met iedereen die Hem dient en hem met zijn hele hart is toegewijd. Daarom schreef Paulus ook: ‘samen met jullie’. Tegelijkertijd brengt hij onder de aandacht dat de bevestiging die de Korintiërs zelf van God ervaren ook bij Paulus en zijn evangelisatieteam plaatsvindt. Het leven met Christus staat nooit stil, het heiligt ons tot op de laatste dag van ons leven.
Paulus ging nog een stap verder. Hij schreef: ‘Hij die ons gezalfd heeft, is God.’ Dat is een hele mooie uitdrukking en geeft verbondenheid met God en met elkaar. Wie deze zin aandacht leest, weet zich versterkt in zijn verbondenheid met God en met Jezus Christus, en ook met zijn medegelovigen.
De zalving waarover Paulus schreef ziet op de vervulling met de Heilige Geest. ( vgl. Handelingen 10:38/1 Joh.2:20-27/Jesaja 61:1). Het Nieuwe Testament verbindt die vervulling met de Heilige Geest met de waterdoop. ( 1 Kor.12:13).
God heeft de gelovigen ook verzegeld. Vroeger markeerden mensen hun eigendomsrecht met een zegel. Die zegel zette men op een brief of een voorwerp als bewijs van echtheid. Het gaat opnieuw om de vervulling met de Heilige Geest. Jezus beloofde die aan alle gelovigen te zullen geven. ( Efeze 1:13). De verzegeling is een hele mooie beeldspraak. Het is een teken van het feit dat God met Zijn Geest Zijn eigendomsrecht op ons zet. Het is ook een waarmerk, een Goddelijke goedkeuring van ons geloof en een onderpand van het heil dat de gelovige te wachten staat.
Het begrip ‘arrabon’ betekent: waarborgsom, onderpand, aanbetaling’ is een leenwoord uit het Semitisch. Je vind het terug in Genesis 38:17,18,20 en is afkomstig uit de wereld van de handel. Het wordt als regel gebruikt voor de aanbetaling van een groter bedrag dat later zal volgen.
De vervulling met de Heilige Geest is de eerste gave van de toekomstige heerlijkheid. ( Hebr. 6:5). Ze is de garantie dat de rest later volgen zal.
De uitdrukking: ‘Het onderpand van de Geest’ moeten we verstaan als het onderpand dat bestaat uit de vervulling met de Heilige Geest.’
Het is opmerkelijk dat Paulus God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest noemt als waarborgen voor de betrouwbaarheid van Paulus en zijn medewerkers. ( vs 18,21,22)
De verhouding tussen Paulus en de gemeente was zo nu en dan flink gespannen. Gelukkig waren er ook momenten van blijdschap. In de tweede brief aan de gemeente van Korinthe spreekt Paulus na de gebruikelijke begroetingen dan ook een dankgebed uit waarin hij de erge tegenspoed noemt die hem in Efeze ten deel gevallen was. In de grootste zwakheid was hij bemoedigd door Christus. Omdat zijn ambt als apostel door sommige gemeenteleden in twijfel getrokken was, haalde Paulus zijn lijden aan als een waarmerk van zijn apostelschap, en stelde dat God zo Zijn kerk wil bemoedigen.
Dappere Paulus. Wat een zwaar leven heeft hij gehad. Zijn hele leven werd gekenmerkt door vervolging en tegenstand. Nu is hij dat allemaal vergeten want hij is de strijd allang te boven. Hij juicht voor Gods troon. Wij gelovigen zijn ontzettend dankbaar voor de brieven die hij geschreven heeft. Ze getuigen van zijn grote kennis en zijn diepe verbondenheid met God. Paulus is doorzichtig geweest tot op Christus. Jezus was het pit en het merg van zijn evangelie en van zijn hele bestaan. Zo willen wij ook zijn.