1 Korintiërs 15: 50-58

1 Korintiërs 15: 50 – 58

Met de woorden: ‘Dit zeg ik broeders’ kwam Paulus tot een nieuw punt in zijn onderwijs over de lichamelijke opstanding. Nu kwamen de gelovigen ter sprake die bij de opstanding nog zouden leven. Sommige Korintiërs dachten dat zij het eindpunt van hun geloof al bereikt zouden hebben sinds zij door de werking van de Heilige Geest in gemeenschap met God zouden zijn gaan leven. Paulus liet zien dat er ook nog een verandering van het lichaam nodig was. ‘Vlees en bloed’ betekende niet alleen een verandering van het lichaam van een mens dat in het graf tot ontbinding overgegaan was. Het was een omschrijving van het natuurlijke menselijke bestaan zoals we dat hier op aarde leven. ‘Vlees en bloed’ waren niet geschikt voor een hemelse bestaanswijze en voor omgang met God. 

‘Allen zullen wij niet ontslapen’ zei Paulus. Dat er bij de wederkomst nog mensen in leven zouden zijn, was al door Jezus voorzegd. ( vgl. Matth. 24:31) De ‘verborgenheid’ waarover de apostel het had betekende dat wij allemaal veranderd zullen worden. Zowel de mensen die nog leven bij de wederkomst als de al gestorven heiligen zullen op dat moment een heilig lichaam ontvangen. ( zie ook 2 Kor.5:4/ Filip.3:21) 

Paulus doelde niet op een langzaam veranderingsproces, maar op iets dat heel snel en plotseling zou gebeuren. Het zou een wonder zijn, een ingrijpen van God. Het klinken van de bazuin is het Goddelijke signaal dat dit moment begeleiden zal. 

De bazuin was in de Bijbel het instrument dat gebruikt werd wanneer het volk ten strijde trok. Het luidde de aanval in. Bij God klinken de bazuinen om Zijn aanwezigheid en Zijn heilsdaden aan te kondigen en te begeleiden. ( Matth. 24:31). 

In het Nieuwe Testament valt te lezen over zeven engelen met bazuinen. Het gaat dan over de gerichten die God over de aarde zou brengen. ( Openbaringen 8:7/ 10:7/11:15) De ‘laatste bazuin’ markeert binnen ons tekstverband de wederkomst van Jezus, en de opstanding. Deze komt mogelijk overeen met de zevende bazuin uit Openbaringen 11:15. Deze bazuin zal het koningschap van Jezus Christus over de hele aarde aankondigen. Tegelijkertijd zal de bazuin de beloning voor de gelovigen aankondigen. (Openbaringen 11:15,18). 

Als Jezus terugkomt, dan zullen de gestorven gelovigen met onvergankelijke lichamen worden opgewekt. Wie dan nog leeft zal veranderd worden met hetzelfde resultaat. Hoe heerlijk en bijzonder zal dat zijn!

Nog eens wees Paulus erop dat het onmogelijk is dat een natuurlijk lichaam Gods heerlijkheid zou erven. Het woord dat hij hiervoor in de grondtaal gebruikt heeft geeft aan dat het noodzakelijk is binnen Gods heilsplan dat er een verheerlijkt lichaam op zou staan. De onvergankelijkheid en onsterfelijkheid worden hier voorgesteld als een kleed dat een mens kan aandoen en afdoen zodat de persoon in kwestie een ander uiterlijk zou krijgen. Het gaat echt om een totale verandering van de mens. 

Deze woorden worden plechtig en triomfantelijk herhaald. Dat is heel goed te begrijpen, want de dood is en blijft een vreselijke vijand die overwonnen moet worden. 

‘Dan zal geschieden het woord dat geschreven is’ schreef Paulus profetisch. Ja want dat woord is nog niet in vervulling gegaan. Dit citaat komt uit Jesaja 25: 8 waar staat dat de dood voor eeuwig verslonden zal worden. 

De vreugdevolle uitroep: ‘Dood waar is je prikkel, hel waar is je overwinning?’ kunnen we beschouwen als een vrij gebruikte aanhaling uit Hosea 13:14. 

Nu de dood door Christus is overwonnen en de gelovigen een onsterfelijk lichaam ontvangen hebben is de heerschappij van de dood voorgoed ten einde. De dood wordt hier zinnebeeldig voorgesteld als een schorpioen die met zijn angel een doodssteek toedient. Door alles wat Jezus voor ons heeft gedaan heeft die angel zijn kracht verloren. 

De giftige angel van de dood is de zonde. Zij heeft de mensheid in haar macht gekregen. Christus heeft niet alleen de dood overwonnen maar ook de oorzaak ervan is door Hem tenietgedaan toen Hij voor de zonden van de mensheid stierf. 

Paulus ging nog een stap verder in zijn uitleg toen hij schreef: ‘de kracht van de zonde is de wet.’ Inderdaad, door de wet van God kennen wij de zonde en we karakteriseren haar als opstand en ongehoorzaamheid aan God. Op die manier bestempeld de wet de zonde als verkeerd. Ze wordt een bewerker van de dood genoemd. ( Rom. 8;1/ 2 Kor.3:6) Maar wat een geluk valt ons ten deel: ook de vloek van de wet is door Christus Jezus te niet gedaan. ( Gal. 3: 13/ Kol. 2:14) 

De gedachte aan de overwinningen van Christus brengen Paulus tot lofprijzing en dankzegging. Paulus was er helemaal zeker van dat dit een feit was en hij geloofde met zijn hele hart in de opstanding. 

Hoewel Paulus van het feit overtuigd was dat er veel mensen binnen Korinthe nog een dwaalleer waren toegedaan heeft hij de gemeente innig liefgehad. Hij riep iedereen op om standvastig en onbeweeglijk te zijn in het geloof. Ze mochten zich niet af laten brengen van de leer van de apostelen met betrekking tot de opstanding. Ze moesten bovendien overvloedig zijn in het werk van de Heer. Daaronder moet je verstaan: de leer over de opstanding van Jezus Christus en in het verlengde daarvan de opstanding van alle gelovigen. 

Het is erg mooi om te lezen hoezeer Paulus de mensen in Korinthe heeft bemoedigd. Hij wees ze erop dat alles wat ze zouden doen niet tevergeefs zou zijn. De hoop op de opstanding maakte alles wat ze deden bijzonder de moeite waard. Daar stond tegenover dat zonder deze hoop alles tevergeefs zou zijn. Wie deze verwachting niet zou hebben zou heel gemakkelijk kunnen vervallen in onverschilligheid en ongeloof. 

Wat is het nodig om onze hoop levend en krachtig te houden. Het leven hier op aarde is voor de meeste mensen moeilijk zo niet erg moeilijk. Er overkomen ons veel dingen die wij niet in de hand hebben. Alleen met Jezus en met het geloof in de heerlijkheid zijn wij in staat om ons leven tevreden en gelukkig te leven voor Zijn aangezicht. 

Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken van de duivel zou verbreken. ( 1 Joh.3: 8) 

Hij heeft op gelijke wijze aan ons vlees en bloed deelgenomen opdat Hij door de dood teniet zou doen Hem die macht over de dood had, dat is de duivel. ( Hebr. 2: 14) Met andere woorden: Christus werd mens om te kunnen sterven en door Zijn sterven de duivel teniet te doen. 

Dat betekent dat Christus` doel met het verslaan van de duivel iets anders moet zijn dan het wegnemen van Satans dodelijke invloed. Hij had dat met één bevel kunnen doen: ‘ Ga naar de hel’ had Hij kunnen zeggen. En de duivel zou hebben gehoorzaamd. En eens zal dat ook gebeuren. 

Wat voor soort overwinning heeft Christus dan op satan behaald? De sleutel is dat satan werd verslagen door Jezus’ dood. In een verwijzing naar de dood van Christus zegt Paulus het zo: ‘Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en door het kruis over hen getriomfeerd. ( Kol. 2: 15) 

Misschien vraag je jezelf af hoe Christus satans overheden en machten heeft ontwapend. Satan verblind nog altijd ( 2 Kor. 4: 4) Hij verzoekt nog steeds ( Openbaringen 20:3) en hij werpt nog steeds in de gevangenis ( Openbaringen 2: 10). Hij vangt nog steeds mensen in zijn strikken ( 2 Tim. 2: 26) en verderft nog steeds mensen ( 1 Kor. 5: 5 ). Het ziet er helemaal niet naar uit dat hij al ontwapend of vernietigd is. In welk opzicht is hij dan ontwapend door de dood van Christus ? 

De dood van Jezus heeft het verdoemende gevolg van de zonde opgeheven voor allen die in Hem geloven. Het wapen van zonde en schuld dat de ziel te gronde richt is satan uit de hand genomen. Het enige wapen dat ons kan verdoemen: niet vergeven schuld en zonde – is hem ontnomen. Dat staat er in 1 Kor. 15. Alleen niet-vergeven zonde kan de ziel verdoemen en kan ons een deur naar de hel maken. Daarom wil satan ons ook pakken op de schuld van onze zonde. 

‘Maar Gode zij dank’ zei Paulus ‘die ons de overwinning geeft door Jezus Christus. 

Het was een overwinning die veel heeft gekost. Maar Gods waardebepalingen zijn niet zo gemakkelijk na te rekenen. God wil Zijn heerlijkheid uit laten stralen, niet alleen door daden van fysieke kracht, maar ook door daden van morele en geestelijke kracht die de schoonheid van Zijn genade met overdadige kleuren tentoonspreiden. 

Zondaren uit de handen van de satan rukken door de verdienste van Christus zonden dragende offer en Zijn wetsvervullende gehoorzaamheid aan de wil van de Vader waren een glorieuzer overwinning dan alleen de vernietiging van de vijand.