1 Koningen 8:22-30

1 Koningen 8: 22 -30 

Toen wendde Salomo zich naar het altaar van de Heer en zei: ‘Heer, God van Israël, er is geen god zoals U, noch boven in de hemel, noch beneden op de aarde. U houdt U aan het verbond en blijft trouw aan Uw dienaren die U met heel hun hart zijn toegewijd.’

Salomo keerde zich om en draaide zich terug naar het altaar om het inwijdingsgebed uit te spreken. Het altaar stond op het buitenste plein. Salomo keerde zijn handpalmen naar boven terwijl hij zich richtte naar de woorden die ooit door Nathan uitgesproken waren. ‘ U houdt u aan het verbond en blijft trouw aan Uw dienaren die U met heel hun hart toegewijd zijn. U hebt U gehouden aan wat U Uw dienaar, mijn vader David hebt beloofd. U hebt het niet bij woorden gelaten maar U bent vandaag Uw belofte daadwerkelijk nagekomen. Daarom vraag ik U, Heer, God van Israël, of U zich ook wilt blijven houden aan wat U Uw dienaar, mijn Vader David hebt beloofd, namelijk dat U zijn nakomelingen de troon van Israël nooit zult ontzeggen zolang wij tenminste op het rechte pad blijven door U toegewijd te zijn zoals ook hij U toegewijd was. Welnu, God van Israël, moge de belofte die U Uw dienaar, mijn Vader David hebt gedaan, bewaarheid worden. Zou God werkelijk op aarde kunnen wonen? Zelfs de hoogste hemel kan U niet bevatten, laat staan dit huis dat ik voor U heb gebouwd. Heer mijn God, hoor het smeekgebed van Uw dienaar aan en luister naar de verzuchtingen die ik vandaag tot U richt. Wees dag en nacht opmerkzaam op wat er gebeurd in deze tempel, de plaats waarvan U zelf hebt gezegd dat daar Uw Naam zal wonen en verhoor het gebed dat ik naar deze tempel richt. Luister naar de smeekbeden die Uw dienaar en Uw volk Israël naar deze tempel richten, luister naar ons vanuit de hemel, Uw woonplaats, luister en schenk ons vergeving.’

De bovenstaande verzen 22 -26 refereren aan een volgend deel van Nathans profetie, namelijk dat van de dynastie ( 2 Sam.7:13-16). 

Salomo erkende dat er niemand is als de Heere. Hij is uniek, trouw aan Zijn verbond en aan mensen die Hem trouw zijn. JHWH had het volk Israël vol liefde uitverkoren ( Deut. 7:7-9). Zijn beloften waren volledig betrouwbaar en goed, een verbond dat van geen wankelen zou weten. De dag van de inwijding van de tempel was een onweerlegbaar bewijs van deze trouw. De zoon van David had de tempel voltooid en wijdde hem in. ( 2 Sam.7:17).

Deze schitterende werkelijkheid gaf Salomo moed om verder te vragen. Hij bad met geheven handen en vroeg JHWH of Hij ook zijn andere belofte wilde vervullen: een onafgebroken dynastie van zijn nakomelingen op de troon van Israël. Zij moesten mensen zijn die trouw en gehoorzaam zouden zijn aan Gods heilige wetten en met Hem wilden leven. Ook Nathan had de vervulling van deze belofte aan en voor het koningshuis afhankelijk gesteld van deze gehoorzaamheid.(2 Sam.7:5-16/ 2 Kron.7). 

Salomo had een juist voorstellingsvermogen van de almacht en grootheid van God toen hij zich afvroeg: ‘Hoe zou de God die zelfs de hemel niet bevatten kan, op aarde kunnen wonen? Nog beperkter: ‘Hoe zou Hij in een tempel kunnen wonen?’ Dat is onmogelijk: 2 Kron 2:6/ Jer.23:24/ Hand. 7:49. 

God is zoveel meer dan alle aardse heiligdommen bij elkaar. Hij is niet aan één plaats gebonden (Gen.28:16).

Dat wist Salomo maar al te goed, toch vroeg Hij JHWH om te luisteren naar zijn gebed. Hij herinnerde de Heere aan het feit dat Hij zelf gezegd had hier op aarde een plaats te verkiezen. Hij bad dat de tempel die plaats mocht zijn. ( Deut. 12: 5-12). 

Hoe dat precies zou zijn, daar probeerde de koning iets van te zeggen in zijn gebed. De tempel was de plaats waar God zonden kon vergeven. Salomo noemde zeven situaties waarin die zegen bedreigd zou kunnen worden. In elk van die situaties noemde hij de tempel als ultieme plaats – de ontmoetingsplaats –  waar God gezocht kon worden. Wat meer is: waar God ook antwoord zou kunnen geven vanuit de hemel! 

Into My Heart / Fairest Lord Jesus

Vul Dit Huis Met Uw Glorie – InSalvation