1 Johannes 4:4
‘Wat wij Hem hebben horen verkondigen’. In 1 Johannes 1:5 was dit ‘licht’. Nu gaat het om ‘liefhebben.'( 3:11).
Johannes stelde het voorbeeld van Kaïn tegenover dat van Christus. Hij riep de christen ertoe op om dat laatste voorbeeld te volgen, met de bereidheid om tot het uiterste te gaan. En om de broeders en zusters in alle opzichten bij te staan. Hij onderstreepte de noodzaak om gehoorzaam te zijn. Die vatte hij samen in twee geboden: geloven en elkaar liefhebben. Om zijn lezers te helpen om ware en valse profeten te onderscheiden wees hij op het criterium van overeenstemming met het onderwijs van de apostelen. Dat onderwijs ging vergezeld van krachtige werkingen van de Geest van God. ( 4:1-6). Let wel: die test gold niet alleen voor hen die spraken maar ook voor hen die luisterden. ( 4:6). Ten slotte kwam Johannes terug op de liefde ( 4:7-32) en verklaarde dat God liefde is en dat Hij die liefde heeft bewezen door Zijn heilswerk in Jezus Christus.
Ondanks de dreiging die er van boze, door het kwade geïnspireerde dwaalleraren uitging, was er totaal geen reden om bang te zijn. Gelovigen zijn uit God en behoren Hem toe. ( 1 Joh.2:12,28/ 3:7,18)( 1 Joh.3:9/4:1,2,6). Daarom staan ze in een overwinningspositie. Die overwinning was hier heel concreet: de gelovigen hadden niet toegegeven aan dwaalleraren. Ook in 1 Joh.2:13,14 gebruikte Johannes het woord ‘overwinnen’. Daar ging het ook om bij jongelingen die de duivel hadden overwonnen. Het ging om de overwinning van mensen die zich niet door het kwaad, niet door de satan hadden laten inspireren. In 1 Joh.2: 14 zei Johannes dat het Woord van God in hen bleef. Hier in 1 Johannes ging hij nog een stapje verder door te zeggen dat God Zelf in hen bleef. In 1 Joh.4:4B gaf Johannes aan wat daarmee bedoeld wordt. Er staat in de grondtaal: ‘De in U zijnde’ en daarmee wordt de Heilige Geest bedoeld.
De antigeest is de satan, zonder meer. Hij heeft altijd kwade bedoelingen en wil de mens vernietigen. Hij is de antigeest. De geest die tegenover God staat, in alles wat hij doet. Hoewel de duivel een zekere macht heeft, kan hij in geen enkel opzicht op tegen de Heere. God is oneindig groter, machtiger, veel meer dan alles wat de satan kan uitdenken.
Gods kracht en inzet voor de gelovigen zijn meer dan genoeg om staande te blijven tegen dwaalleraren, die er gelukkig nooit in zullen slagen om de gelovigen te misleiden.
De ‘kosmos’ waarover het hier gaat is de Gode vijandige wereld. ( vgl. 1 Joh.2:15,17/ 3:1,13/ 5:19).
Het woord ‘wereld’ vormt de schakel tussen het vierde en vijfde vers. De dwaalleraren vonden een gewillig oor bij de wereld die zich van God had afgekeerd en niets met Hem te maken wilde hebben.
Mensen die de boodschap van Johannes kenden, en volgden waren mensen die uit al het rumoer van de toenmalige heidense wereld de stem van de Goede Herder herkenden. Ze hoorden bij Hem en volgden Hem. En zo gaat het nog steeds.
Ook al leven en werken wij midden in een seculiere wereld, God wil ons leiden, bewaren voor alle kwaad en voor alle gevaar, en Hij wil ons veilig in het hemelse Jeruzalem brengen. Hoe heerlijk is dat?