Tweede zendingsreis ( 2 )

 

Paulus wacht op Silas en Timoteüs. Wachten duurt lang. Om de tijd wat korter te maken besluit hij om de stad Athene eens te gaan bekijken. Nu moet je weten dat Athene in de tijd van Paulus een stad was, waar veel gebouwen te bewonderen waren. Er was in vroegere tijden al heel veel gebeurd. De Grieken geloofden in veel verschillende goden, en voor elke god hadden ze een tempel gebouwd. Er stonden ook op allerlei plaatsen in de stad beelden van afgoden. De mensen gingen daarheen om te bidden voor elkaar, of voor zichzelf. Ze geloofden dat deze beelden hen echt konden helpen. Natuurlijk ging Paulus ook weer naar de synagoge om te praten met de Joodse en Griekse mensen die de Heere God dienden en vereerden. En hij kwam op de markt. Daar gingen veel mensen heen om met elkaar na te denken over de woorden van God. In die tijd waren er in Athene scholen waar de mensen van alles leerden over de wereld en over allerlei goden. Deze mensen luisterden naar het verhaal van Paulus over de Heere Jezus. Daarna keken ze elkaar eens aan en zeiden:  “wat beweert die man toch? “ “ Het lijkt erop dat hij het over allerlei vreemde goden heeft” kregen ze als antwoord. “ Hij vertelt over een Jezus, en over een godin die Opstanding heet. Ze hoort bij Jezus zo te horen.” De mensen begrepen er dus niets van dat Paulus niet over een godin  had verteld, maar over het leven na de dood.

Paulus werd meegenomen naar de Areopagus, de hoogste heuvel van Athene,waar vroeger de regering van de stad bij elkaar kwam. Hier werden mensen gebracht die onrust in de stad hadden gebracht. Er werd dan over de verhalen die ze verteld hadden verder gepraat.

Aan Paulus werd de vraag gesteld: “ kunt u ons uitleggen wat de nieuwe leer is die door u wordt verteld? Want wat u zegt klinkt ons vreemd in de oren; we willen graag weten wat u bedoelt. Want hier in Athene is het zo dat iedereen die hier woont, vreemdelingen, en mensen uit de stad zelf, de hele dag bezig zijn met het praten over allerlei nieuwe ideeën.

Paulus ging staan toen hij deze woorden gehoord had en begon te spreken. Hij zei “mensen uit Athene, ik heb gezien in uw stad hoe buitengewoon godsdienstig u bent, in alle dingen. U hebt werkelijk overal aan gedacht, want toen ik de stad rondliep en alles wat u vereert eens heel precies bekeken heb, ontdekte ik een altaar waar iets bijzonders op stond! “

Toen ik in de stad rondliep, en alles wat u vereerde heel precies bekeken heb, ontdekte ik ook een altaar waar op geschreven stond:“ aan de onbekende god.”

Deze God, die u vereert zonder te weten wie het is, kom ik u verkondigen. Het is de God Die de wereld gemaakt heeft, en alles wat er leeft. Hij is Koning over de hemel en de aarde, en Hij woont niet in tempels die door mensenhanden zijn gemaakt. Hij wil ook helemaal niet bediend worden door mensen, want Hij heeft helemaal niets nodig! Hij is de God Die Zelf aan iedereen leven, en adem, en al het andere geeft! Uit één mens heeft Hij alle mensen gemaakt, die Hij over de hele aarde heeft verspreid Hij heeft precies gezegd wanneer de volken hier op aarde moesten leven, en op welke plaats.Hij heeft zelfs van te voren gezegd in welk land ze moesten wonen, en hoe groot hun land moest zijn.

Het was de bedoeling van God dat iedereen Hem zou zoeken. Hij wil niets liever dan dat iedereen Hem zo gauw hij op deze wereld is, zou vinden. Hij woont namelijk heel dicht bij ons allemaal. Onze adem komt van Hem vandaan, en alles wat wij doen ook. Of we nu zitten, liggen, lopen of staan, daar geeft Hij ons de kracht voor. Daarover hebben zelfs dichters van uw eigen volk mooie liedjes geschreven.

Maar u moet niet denken dat God zijn betekent dat er een beeld is van goud, of zilver. Dat is allemaal werk dat door mensen bedacht is. Je hebt er helemaal niets aan!

Veel mensen in Athene, zelfs ook Joden, dachten namelijk dat zulke beelden hen konden helpen als ze ziek waren, of als er iets aan de hand was.. “ Maar “ gaat Paulus verder “ Mijn God heeft jullie iets heel anders te vertellen. Hij zegt tegen iedereen Die het horen wil dat ze een nieuw leven moeten beginnen. Het is de hoogste tijd!

Er komt namelijk algauw een dag dat alle mensen voor de rechtbank moeten komen! En er is een Rechter, een Man, Die alle mensen zal gaan toespreken. Hij zal iedereen vertellen of ze goed of slecht geleefd hebben.

Deze Man, Die zulk belangrijk werk zal gaan doen, heeft God uit de dood teruggebracht naar het leven!

Toen de mensen Paulus dit hoorden vertellen, waren ze niet stil meer. Sommige mensen begonnen te lachen en te spotten met de woorden die hij gezegd had.

Andere mensen zeiden: “ daar moet u ons een andere keer nog maar eens meer over vertellen Paulus,maar nu even niet.

En zo ging iedereen weg. Paulus zelf ook. Was er niemand die in zijn woorden geloofde? 

Nee, er waren toch nog een paar mensen die de woorden van Paulus echt geloofden. Een man die Dionysius heette, en een vrouw die Damaris genoemd werd.

De Heere zorgt er altijd voor dat er mensen komen die in Zijn Woord geloven. Dat is mooi en wonderlijk. Het is ook een wonder wanneer wij de woorden van de Heere geloven.

Dat geeft grote blijdschap in het hart van God. 

Niet alleen in het hart van God. Ook de engelen in de hemel juichen en zingen, als er één mens de woorden van de Heere echt gelooft, en een nieuw leven begint. Een leven met Hem.

Een werkelijk gelukkig mens ben je dan. De Heere is bij je, overal waar je heengaat. Wanneer het weer op je levensschip  mooi en zonnig is, maar ook als het moeilijk en donker is. Nooit zal Hij Zijn kinderen alleen laten. Hij wijst de weg. Hij leert ze uit Zijn Woord. Hij gaat mee door het hele leven heen. Alle verkeerde dingen vergeeft Hij, steeds opnieuw. Alle goede dingen brengt Hij hun leven binnen. Wat een God!

Geloof de Woorden van de Bijbel, want het zijn de woorden van God Zelf.

One response to “Tweede zendingsreis ( 2 )

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *