Ostrea

Gedachtenwisseling met Bert Kreeft,  afdelingsleider havo 1 t/m 3 en leerlingcoördinator havo 2 en havo 3 van het Ostrea Lyceum in Goes.
De website van het Ostrea Lyceum ziet er uitnodigend en aantrekkelijk uit! Allerlei fleurige kleuren en vrolijke foto`s van leerlingen zorgen ervoor dat je direct zin krijgt om meer over deze school te weten te komen.
“Ostrea Lyceum, ruimte voor elk talent! Welkom op de site. Lees de 7 van het Ostrea en kom alles te weten over onze school waar hoogwaardig en eigentijds onderwijs wordt gegeven en waar leerlingen zich thuis voelen. Dit is duidelijk waarneembaar! Zodra je de school binnenkomt valt je de gezellige ontspannen sfeer op. Wat wordt er bedoeld met de 7 van het Ostrea? Lees de boodschap in een notendop:
1.Een school met een boodschap
Het Ostrea Lyceum is een christelijke scholengemeenschap, die zich laat inspireren door Bijbelse waarden als naastenliefde en zorg voor de ons omringende wereld. Alle leerlingen volgen het vak Godsdienst / levensbeschouwing. Elke dag wordt begonnen met een dagopening en leerlingen en docenten hebben een aandeel in de vieringen bij christelijke feestdagen.
2.  Kwaliteit
Het Ostrea Lyceum verzorgt hoogwaardig onderwijs. Dat blijkt uit de hoge slagingspercentages en de kwaliteitskaart van de inspectie voor het onderwijs. Het onderwijs is ook eigentijds en uitdagend. Leerlingen krijgen niet alleen degelijk en klassikaal les, maar gaan ook individueel of in groepen aan de slag. Computergebruik vinden wij belangrijk.
3.Elke afdeling een eigen plek en een eigen docententeam
Het Ostrea Lyceum is opgedeeld in vier kleine scholen. VMBO, MAVO, HAVO, en VWO. Elke afdeling heeft eigen deel van een gebouw en een eigen gespecialiseerd docententeam. De eigen plek zorgt voor herkenbaarheid en veiligheid. Het eigen gespecialiseerde docententeam kent de leerlingen en verzorgt onderwijs en begeleiding die past bij de leerlingen.
4.Snel op de juiste plek
Leerlingen worden op grond van het advies van de basisschool geplaatst in een VMBO klas, een MAVO klas, een HAVO klas of een VWO klas. Iedereen krijgt direct les op het juiste niveau. Niet te moeilijk, niet te makkelijk, maar passend. Bij de overgang naar het tweede leerjaar proberen we het klassenverband in stand te houden. Als het nodig is, kunnen leerlingen overstappen naar een andere opleiding.Aandacht en zorg voor leerlingen.
Het is belangrijk dat leerlingen zich op school gekend, gewaardeerd, en veilig voelen. De mentor, die in het eerste leerjaar thuis op bezoek komt, volgt het welbevinden en de leerresultaten van zijn of haar leerlingen. Leerlingen die extra zorg nodig hebben, krijgen zoveel mogelijk passende zorg.
5.Kansen en talenten
Leerlingen moeten zich in de breedte en in de diepte kunnen ontwikkelen. Daarom heeft het Ostrea Lyceum een rijk vakkenaanbod. Daarnaast is er een groot aanbod van activiteiten op het gebied van cultuur en sport. Talenten op elk gebied krijgen de ruimte bij ons. 
7. Maatschappelijk betrokken
Op het Ostrea vinden we het belangrijk dat leerlingen zich verantwoordelijk voelen voor de samenleving en het milieu. Door verschillende activiteiten in het onderwijs proberen we dat te bereiken.
Het Ostrea Lyceum verzorgt hoogwaardig onderwijs. Dat blijkt uit de hoge slagingspercentages en de kwaliteitskaart van de inspectie voor het onderwijs. Het onderwijs is ook eigentijds en uitdagend. Leerlingen krijgen niet alleen degelijk en klassikaal les, maar gaan ook individueel of in groepen aan de slag. Computergebruik vinden wij belangrijk.
Leerlingen worden op grond van het advies van de basisschool geplaatst in een VMBO klas, een MAVO klas, een HAVO klas of een VWO klas. Iedereen krijgt direct les op het juiste niveau. Niet te moeilijk, niet te makkelijk, maar passend. Bij de overgang naar het tweede leerjaar proberen we het klassenverband in stand te houden. Als het nodig is, kunnen leerlingen overstappen naar een andere opleiding.
Het is belangrijk dat leerlingen zich op school gekend, gewaardeerd, en veilig voelen. De mentor, die in het eerste leerjaar thuis op bezoek komt, volgt het welbevinden en de leerresultaten van zijn of haar leerlingen. Leerlingen die extra zorg nodig hebben, krijgen zoveel mogelijk passende zorg.
Welke persoon zit er achter deze vriendelijk uitnodigende woorden? Het blijkt dhr. Bert Kreeft te zijn. Zoals gezegd is hij de afdelingsleider en leerlingcoördinator van de Havo. Hij heeft deze uitnodigende regels opgesteld en blijkt bovendien bereid om ze nader toe te lichten. Geweldig mooi!
We beginnen ons gesprek. De opgestelde vragen als een leidraad op de grote ronde tafel.
“Bert, welke vooropleidingen heb je genoten, die voor het uitoefenen van je functie hier op school van belang waren? “
“ Ik heb eerst de Pedagogische Academie doorlopen, de toenmalige kweekschool Daarna studeerde ik theologie, eerst aan de vrije leergangen van de VU en later aan de KU in Tilburg.” Theologie? Wat interessant!
“ Ik volgde de lerarenvariant. Ik ben dus geen predikant. Wel ga ik eens per maand voor in Zeeland in gemeenten van de Protestante Kerk in Nederland. Nadat ik mijn studie had afgerond werd ik docent Godsdienst hier op deze school. Het toenmalige Buys Ballot College. Ik heb gekozen voor het Buys Ballot College om de eenvoudige reden dat zij een volledige baan konden garanderen. Toentertijd was ik onderwijzer, en had een dergelijke baan nodig. Die lagen niet voor het opscheppen! Integendeel, het was uitzonderlijk moeilijk om een betrekking te vinden. Goes lag voor mij aan het einde der aarde. Toen ik mijn sollicitatiebrief schreef wist ik niet eens of er een trein naar Goes ging. Goes kende ik van Zeskamp. In de jaren 60 was dat een beroemde TV serie waarin allerlei sportieve spellen gespeeld werden. Héél Nederland deed daaraan mee. Plaatsen als Urk en Kampen, en zo ook Goes passeerden wekelijks de revue. Elke zaterdagavond keken we vol spanning toe hoe de wedstrijden verliepen. Ik was een jongetje van 10 jaar, en was altijd vóór Goes! Niet te weten dat ik daar 30 jaar later terecht zou komen.
Dat klinkt goed! Ik heb zelf ook jarenlang met veel genoegen in Goes gewoond en gewerkt.
“ Het Ostrea is een Christelijke Scholengemeenschap die zich laat inspireren door Bijbelse waarden als naastenliefde en zorg voor de ons omringende wereld. Zou je aan deze identiteitsverklaring iets toe willen voegen? Hoe geven jullie deze waarden inhoud in de praktijk van het besturen van de school?”
“Zorg voor elkaar hebben in de manier waarop je als docent en mentor met je leerlingen omgaat. Je focust je op de zorg voor elkaar. Zorg hebben voor het presteren van de leerlingen en voor hun welzijn. Kinderen merken dat.  Zorg ervoor dat iedereen er bij hoort. Er mogen geen kinderen aan de kant blijven staan. Deze boodschap kun je ondersteunen door Bijbelse verhalen waar ook de kern is dat mensen naar elkaar om moeten zien. Religie is ethiek. Het gaat in eerste instantie om de mens, maar ook om de natuur, de dieren en de schepping.”
“ Welke aspecten vind je belangrijk om aan de leerlingen over te dragen?” “Als er aan Jezus gevraagd wordt: “ Hoe kom ik in de hemel? Hoe word ik behouden? “ Dan vertelt Jezus het verhaal over de barmhartige Samaritaan. Behouden worden is dus kennelijk geholpen worden door de andere mens. God identificeert zich in Jezus met de lijdende mens. In die zin vind ik het belangrijk om aan leerlingen over te dragen dat ze zorg voor elkaar, voor mensen dichtbij en veraf moeten hebben.”
Al pratend slaan we een zijpaadje in, Bert vervolgt : 
“Op het moment dat wij gaan invullen Wie God is, of wat Hij doet, dan roept dat vragen op. Die vragen moet je kunnen beantwoorden. Op het moment dat je dat niet kan, moet je er ook consequenties uit kunnen trekken. Als je God dankt voor de natuur, dan dank je hem ook voor de sluipwesp die eitjes in de rups legt. Die is niet mooi, maar gruwelijk.
Ik neem het Scheppingsverhaal niet letterlijk. Dat roept voor mij teveel niet te beantwoorden vragen op. Het verhaal van Adam en Eva is voor mij het verhaal van de volwassenwording van de mens. De geschiedenis van God en de mens in het Oude Testament eindigt met het boek Job. God vraagt Job waar hij was toen Hij alles gemaakt had. “ Job, wie ben jij ? “ Maar voor mij is het een ontwijken van de vraag van Job: “ Waarom overkomt mij dit? “ Dat is een hele existentiële vraag. De bijbel gaat op zoek naar dat antwoord wanneer in het Nieuwe Testament verteld wordt dat God in Jezus Christus mens wordt. Zo is de missie en visie van onze school eigenlijk een zich verantwoordelijk voelen voor de ander, en voor de omringende wereld. De leerlingen mogen geloven dat ze er mogen zijn. Dat ze goed zijn zoals ze zijn.”
“ Hoe denk je over het Reformatorisch Onderwijs? “
“Ik ben geen voorstander van dogmatisch denken. Ook niet van een dogmatische opvoeding. Ik wil niet dat kinderen afgeschermd worden, maar dat wij hen begeleiden naar het zoeken van de weg in deze wereld. Kwalitatief vind ik het RO prima, het zijn betrokken mensen. Maar de kern – wil je kinderen opvoeden in het Reformatorische Geloof – is niet de weg die ik voor kinderen zie.”
“Christenen horen als een licht en als een zout zijn op deze aarde. Hoe zie je dat ? “
“Ik zelf ben geen voorstander van Evangelisatie. Ik denk dat er binnen de meeste religies groeperingen zijn die overeenkomstige visies hebben. Als een moslim of een boeddhist zorg heeft voor zijn naaste, en voor de omringende wereld, dan is dat prima. Laat hem binnen zijn eigen religie die boodschap uitdragen.”
Een tweede zijpaadje inslaand verduidelijkt Bert zijn standpunt: 
“Ik geloof niet in de hel. De hel, dat is Aleppo. Het is het kind dat misbruikt wordt. Het bootje met vluchtelingen. De rampen in deze wereld. Ik beschouw mijzelf als een christen. Wat ik in de Bijbel over Jezus lees, dat geeft mij de overtuiging: “ zo moet het. “ Als andere mensen met een ander geloof ook zo leven, dan volgen zij Jezus. Stel je voor dat er een hemelpoort is, en Ghandi staat daar. Zou hij niet binnen mogen komen? Als die mensen, die ondanks hun gebreken zo ontzettend hun best deden om goed te leven, die hebben God toch geen schade berokkend?
Ik vind het moeilijk om hier met jou over te praten. Jij hebt jouw geloof, en daar onttrek je waarde aan. Dat is goed, het is jouw belevenis. Jouw verhouding met God en Christus. Ik ben de allerlaatste die daar iets op aan te merken zou hebben. Maar het is niet mijn belevenis. Zolang je maar niet zegt dat het niet goed is wat ik geloof. Je mag elkaar niet veroordelen want religie is iets persoonlijks.
Voor mij is religie ethiek. Maar naast de dwarsbalk van het kruis is er ook een staander. Dat is het mystieke element. Het contact met het gans andere. Als je mij vraagt: “ Is Jezus Christus gestorven voor onze zonden, zodat wij behouden zijn? “ Dan antwoord ik: “ Nee, dat geloof ik niet. “ Het idee daarachter is het dogmatische beeld dat God een straffende God is. Hij wil niet alle mensen straffen, maar stuurt Zijn Zoon. Dat dogmatische plaatje, daar kan ik mij niet in vinden. Wel in de persoon van Jezus Christus die zijn Weg gaat. Namelijk de zorg voor de ander. Die boodschap houdt hij koste wat kost overeind. De machten die in de wereld zijn, die ruimen Hem uit de weg. Zij denken: “ Zo`n utopist, die moeten wij niet hebben.” Maar ze zijn niet van Hem af, want het verhaal van de mens die opkomt voor de ander, die zoekt naar gerechtigheid dat stopt niet. Die mens staat steeds weer op.”
“Geloof je dat wij in de eindtijd leven? “
“Ja, dat geloof ik, maar in de zin van de eindigheid van de mens. Dat onze tijd de Bijbelse apocalyptische eindtijd zou zijn, daar heb ik niet zoveel mee. Het einde der tijden is al een paar keer te vaak voorspeld.  Het Nieuwe Testament wekt overigens wel de indruk dat Jezus leefde vanuit de eindtijd-gedachte.”
Even terug naar de school “ Hoe zie jij een goede docent?
“Hij staat open voor de leerlingen. Zoekt het goede in elke leerling. Zowel onderwijskundig als in de persoonlijkheid van het kind. Ik was geen slechte docent en kon goed met kinderen opschieten. Op een gegeven moment zat er een leerling voor me die ik niet leuk vond. Dit triggerde mij zo dat ik uiteindelijk alleen nog maar dacht: “ straks heb ik die klas met die leerling die ik niet graag mag. “ De oplossing vond ik toen ik een collega sprak die dat kind juist erg leuk vond. Ik vroeg hem naar het waarom, en dat vertelde hij mij. Op die eigenschappen ben ik gaan letten, en ik moest toegeven dat mijn collega gelijk had. Mijn aandacht werd positief omdat ik het kind zelf ook leuk begon te vinden. Ik heb er uit geleerd dat je altijd moet blijven zoeken naar het positieve. De ideale docent moet zijn onderwijs met de kinderen bespreken en openstaan voor suggesties van collega`s en kinderen. Proberen om het onderwijs binnen zijn mogelijkheden aantrekkelijk en uitdagend te maken. Dat is al moeilijk genoeg!”
“ Zijn leerlingen van nu anders dan die van 20 jaar geleden? “
“Er zijn nieuwe elementen die een rol spelen in het leven van kinderen. De digitalisering, het mobieltje. 15 jaar geleden waren dat weer andere dingen. Eigenlijk is de digitalisering een nieuw soort godheid die zijn macht over ons uitoefent en die wij niet meer kunnen besturen. Waar wij op moeten anticiperen zonder dat wij de illusie hebben dat wij het in de hand hebben. Je moet proberen om leerlingen vaardig te maken binnen de digitalisering. Niet alleen dat zij hun weg daarin weten te vinden, maar er zelf de controle over blijven uitoefenen. Dat is de uitdaging van nu. Wij moeten kinderen sowieso leren dat zij kritisch blijven. Wat doe ik wel, en wat doe ik niet? Wat wordt er verkondigd in het geloof, in de samenleving? Hoe dogmatischer een stroming is, hoe minder kritisch je hoeft te zijn. Het is veel moeilijker om vragen toe te laten. Als je gelooft dat God alles bestuurt, dan heeft Hij ook die bakfiets de spoorwegovergang opgestuurd. Dat geloof ik niet.
De mens kan ook dingen kiezen die niet goed voor hem zijn, en waar jij als ouder niet blij mee bent. Wil je dan dat je kind altijd precies doet wat je zegt? Nee, dat wil je niet. De consequentie van vrijheid is dat er ook slechte dingen kunnen gebeuren. De vrijheid van de mens heeft gruwelijke gevolgen: oorlog, racisme, ongelukken. Kan God dat stoppen? Nee, dat denk ik niet.”
“ Zou je  nog een afsluitende opmerking willen maken? “
“Ik vind het mooi hoe je begon, ( over het geloof en de identiteit, missie en visie , reden van het vraaggesprek ) en daar zelf ook steeds weer op terugkomt. Je hebt respect voor mensen en hun achtergronden. Ik zie ook verontwaardiging over onrecht, en dat vind ik goed.”
“Hartelijk bedankt Bert dat je zoveel tijd voor dit interview uitgetrokken hebt in je drukke bestaan! Veel succes en zegen in je werk op deze prachtige school! Is er nog een lied dat iets voor je betekent? “
“Ik houd erg van Bach en Mahler. Het mooiste lied is het “ Erbarme Dich” het berouw van Petrus. Het mooiste lied van Mahler is: “ Ich bin die Welt abhanden gekommen. “



 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *