Memoires van mijn vader.


Het heeft lang geduurd voordat ik mijn vader op zijn praatstoel kreeg. Maar eindelijk is het gelukt, ik heb zijn oorlogsherinneringen opgeschreven. Zo blijven ze bewaard voor het nageslacht. En mogen we zien hoe de Heere mensen dwars door allerlei situaties in het leven veilig wil leiden volgens het uitnemende Plan dat Hij voor hen in gedachten heeft. Hij regeert, en niets loopt Hem uit de hand. Ik neem u mee naar het verleden, we schrijven er het jaartal boven waarin hier in Nederland de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Ik laat mijn oude vader van 85 jaar aan het woord
“10 mei 1940. Het was prachtig weer en er vlogen grote formaties vliegtuigen over. Dat had ik nog nooit gezien. Het waren Duitse bommenwerpers die naar Holland gingen. Ik was in januari 7 jaar geworden en vond het spannend. Oorlog! De mobilisatie was al achter de rug. In 38 krioelde het van de soldaten bij de brug die over het kanaal lag. 100 meter bij ons vandaan begon de waterlinie. Wij waren het laatste huis van Amersfoort, het Valleikanaal dat van Veenendaal tot Amersfoort liep, lag naast ons huis. Aan de kant waar wij woonden lag een loopgravenstelling met bunkers en loopgraven. Daar lagen de Hollanders. Het was een krioelende toestand en wij vonden het prachtig! Mijn vader werd niet meer opgeroepen tijdens de mobilisatie, hij was 37 jaar. Net voordat de oorlog uitbrak werden alle weilanden aan de overkant van het kanaal onder water gezet. De bomen langs de weg werden met dynamiet opgeblazen zodat de Duitsers niet meer konden zien waar de weg zich bevond. Wat op mij als kind het meeste indruk maakte, was dat de soldaten een keukenwagen hadden. Ze maakten er bruine bonensoep in klaar. De soldaten lustten het niet en de kok kieperde de hele pan met soep bij ons in de sloot. Dat vond ik verschrikkelijk! Mijn vader zei: daar zullen ze nog eens naar terugverlangen. De bombardementen waren vreselijk, je wist nooit waar de bommen vielen. We schuilden onder de trap tegen de muur. Mijn moeder beschermde ons met haar lichaam. Ik kroop zo dicht mogelijk tegen haar aan om veilig te zijn. Mijn broers stonden buiten te kijken en vonden het spannend, ik durfde dat niet. ik was bang om te sterven. Ik was nog maar 10 jaar oud. Mijn moeder was een kind van God, zij zou zeker gespaard worden dacht ik.
Het waterpeil was gezakt na de capitulatie Bij de Grebbeberg werd hard gevochten. De Duitsers moesten naar Wageningen via de Grebbeberg om Holland binnen te kunnen trekken. De Grebbeberg kon niet onder water gezet worden, daarom werd daar zo hard gevochten. Een radio bezaten we niet, mijn vader vond dat werelds en goddeloos. Ik zie nog de eerste Duitse soldaat verschijnen. Er kwam een motor met zijspan aangereden. Dat waren de vijanden dus! Andere uniformen en een andere taal. Ze waren toch wel vriendelijk, die vijanden. Maar je kon ze niet verstaan. “Ha kleiner Schweinhund!”  zeiden ze. Ik vond ze wel aardig.
De opgeblazen brug.
Wij waren geëvacueerd en bevonden ons in Alkmaar in een Roomse school Opoe Schreuder ging ook mee. Zij had een herdershond Hector. Wij sliepen met alle kinderen in een lokaal en de hond mocht er ook bij. Hij sliep op ons bed.  Wij vonden dat geweldig, thuis mocht zoiets niet. Op zondag las mijn vader achter een bank een preek voor. Superspannend, we leken nu net de vervolgde kerk. We reisden naar Alkmaar met de stoomtrein via Amsterdam en hadden veel huisraad bij ons. Het waardevolle tafelzilver en andere zaken had mijn vader verstopt. Na de capitulatie gingen we terug naar huis. Het leven ging verder. Er was veel schade want het dak van het huis was erafgeblazen en alles moest gerepareerd worden. De ruiten waren kapot. Alles was kapot. Vanuit de badkamer kon je zo de zoldertrap op stappen. Er was geen overloop meer.
Tot 1944 hadden we betrekkelijk weinig last van de oorlog. Transporten kwamen aan ons huis voorbij. Op een zondagavond in 1943 was het warm weer. Wij stonden bij het orgel en zongen psalmen. Plotseling zei mijn broer: “vader, er staat een Duitse soldaat voor het raam! Hij staat te huilen. Mijn vader ging naar voren en opende de deur. “Ist das hier eine Kirche, Evangelische Kirche?” “ Nein”  zei mijn vader “ wir sind eine Familie.” Hij had een handgranaat aan zijn koppel . Heel eng! Maar de soldaat was vriendelijk. Julius Grulker was zijn naam. Hij bleef die avond en kwam onverwachts een keer naar de Stoofstraat om de kerkdienst bij te wonen. Met een geweer! Hij ging achter in de kerk zitten en kwam luisteren of er niets verkeerd gezegd werd. Wij stootten elkaar aan maar zeiden niets. Niemand wist dat wij hem kenden! De kerk bestond hoofdzakelijk uit de families Blankenstijn, van Hell, en Sturkenboom. Een kleine gemeente van 80 tot 100 leden. Op een doordeweekse dag kwam de Duitse soldaat een keer vertellen dat hij naar het Oostfront moest om tegen de Russen te vechten. Hij zou waarschijnlijk niet meer terugkomen. Mijn vader bracht vlak voor zijn vertrek vliegensvlug nog een Bijbel naar de kazerne. Jarenlang hoorden wij niets meer van hem. 5 jaar na de oorlog stond hij ineens voor de deur en had een Duitse Bijbel bij zich. Hij kwam vertellen dat hij nog leefde. Hij was naar het Oostfront gestuurd, door de hele Balkan gevlucht en in Oostenrijk door Amerikaanse soldaten gearresteerd. Hij kwam in een gevangenkamp en werd later vrijgelaten. Als de Russen hem gevangen hadden dan was hij naar Siberië gestuurd en nooit meer teruggekomen. Op een gegeven moment in 1943 werd er een oproep gedaan dat alle jongens van 20 tot 40 jaar zich moesten melden bij de Arbeitsdienst. Daar waren de jongens van Hell bij en van Engelenhoven. Ze liepen langs ons huis om richting Zwolle te verdwijnen. Eigenlijk had mijn vader zich ook moeten melden maar hij had een ontsteking aan zijn voet. Hij mocht thuis blijven, dat bleek zijn redding te zijn. Wij verbouwden zelf tabak en  mijn vader zei: “breng die jongens eens gauw een paar zakken tabak!” We dachten dat ze nooit meer terug zouden komen maar ze kwamen terug. Ze moesten bij de IJssellinie Duitse stellingen graven.
Luchtaanvallen. Hoe verder de oorlog verstreek, hoe meer Engelse vliegtuigen er kwamen. Zij schoten op alles wat verdacht leek. Op een gegeven moment schoten ze een munitietrein in brand. Het transport was verraden door de ondergrondse. Die trein stond een paar dagen achter elkaar te exploderen.
Een broer van mijn vader woonde in het Soesterkwartier. Tante Fock ging elke middag een uur slapen. Op een keer zei ze: “ik sla het vandaag maar eens over.”Ze kwam boven en ontdekte op haar hoofdkussen een enorme bomscherf op haar hoofdkussen. Als zij daar had liggen slapen dan had ze niet meer geleefd. Daar was ze diep van onder de indruk. De Heere had haar leven gespaard!
De inkwartiering.
Op een gegeven moment kwam er een Duitse soldaat zeggen dat we inkwartiering kregen. Ze eisten de voorkamer en de keuken op. Ze kwamen `s middags aan. `S avonds bedronken zij zich. Ze hadden jenever. Flessen van 1,5 liter. Wij lagen in de woonkamer op de grond te slapen. Alle ramen waren dichtgetimmerd. Het was aardedonker De officier kwam met mijn vader de kamer binnen om te kijken. Hij vond het wunderbar om ons als schapen in een stal te zien liggen. Hij zei tegen zijn kameraden: “ Maul halten und nicht soviel saufen.”  Ze kregen ruzie onder elkaar. Mijn vader ging in zijn hemd naar beneden en werd met gejuich onthaald. ““ Vati, hier ein Schnaps! “ Maar hij wilde het niet. Mijn moeder kwam. Zij wilde ook geen Schnaps. Ze pakte een soldaat bij de kladden en smakte hem in de voorkamer. Hij mompelde, zocht zijn spullen en ging slapen. Geen handgranaat waar ze zo bang voor waren dan voor mijn moeder. Ze hadden diep ontzag voor haar!
Bij de wachtpost voor ons huis stonden ze op wacht. Ze sliepen bij ons in de voorkamer. op een geven moment zei één van die soldaten: “ Junge, wir gehen angeln ( vissen )  gehst du mit?”  Maar het vissen lukte niet zo. Hij draaide een dop van de steel van zijn handgranaat en liet mij het koordje er af trekken. Hij gooide de granaat in het kanaal. Alle vissen waren dood en kwamen bovendrijven. Mijn moeder kreeg vis voor ons en vis die voor henzelf bestemd was. Ze wilde dat de soldaten de vis schoonmaakten en dat deden ze! Ze schilden aardappels. Mijn moeder moest koken. Drie soldaten begonnen te schillen maar mijn moeder vond dat ze het niet goed deden. Ze deed het voor, en ja hoor! Gedwee schilden ze dunne schillen en lieten ze haar vol trots zien.
Het waren oudere soldaten van de Wehrmacht. Ze waren de oorlog moe. Ze zeiden “Mutti wenn die Soldaten kommen dann machen wir so”: en ze staken  beide handen in de lucht.
Er kwam een wagentje met hooi, kolen en hout langs. De wachtpost wilde het onderzoeken en er vloog een jongen weg. De wachtpost ontdekte handgranaten en geweren. Wij moesten allemaal weg. De ondervraging ging met marteling gepaard. Er kwam een overvalwagen aan en nam de jongens mee. Deze jongens zijn nooit meer teruggekomen.
Het was een gevaarlijke plek daar bij ons.
De Berlagebrug werd gebouwd. De aannemer was naar de gemeenteraad gegaan en had alle werklozen opgevraagd. Zo kreeg hij het werk tegen een hele lage prijs.
Op een zondag kwamen we uit de kerk. Ze schoten een afweergeschut af. Ik zag een lichtspoor gaan en het Engelse vliegtuig sprong uit elkaar!  Ik zag een parachute uitwaaieren. Luchtgevechten, kort maar hevig. `S nachts kwamen er Engelse vliegtuigen over op 10.000 meter hoogte. Het begon om elf uur en was om twee uur `s nachts afgelopen Overdags kwamen ze terug. De moffen keken met zoeklichten en probeerden ze naar beneden te halen. We slopen naar de zolder om boven uit het raam toe te kijken. Niet alle vliegtuigen vlogen even hoog. Zwitserland bleef neutraal Daar mochten de Engelsen niet overheen vliegen. Eens deden ze dat. De artillerie seinde “u bent boven neutraal gebied! “ De Engelse soldaat seinde terug: “dat weten we.” Ze schoten. Er werd geseind: “u schiet te laag.” ze seinden terug:”dat weten we! “
De NSB
Wij noemden die de nationale schooiersbond. ze marcheerden in kolonnes door Amersfoort. Wij liepen als kwajongens achter hen aan en zongen hard: “O NSB je hebt je land verraden, O NSB je hebt je land verraden, O NSB als er geen vlees meer is, dan slachten wij jou.” Daarna moesten we rennen voor ons leven..
De landmijn.
Eens was ik aan het spelen het was na de bevrijding. We hadden Engelsen in de voorkamer. Over de brug hadden de moffen landmijnen gelegd. Er was een verbod voor de boeren om daar te komen. Gijs Mastenbroek, een van de boeren uit onze gemeente,  zei: “ik ga toch gewoon omheiningspalen slaan.” En hij ging palen slaan en stapte op een landmijn. Dat kostte hem zijn been. Wij waren verstoppertje aan het spelen. Er stond een grote bak zand bij de brug. Ik rende om die bak heen en ging er achter zitten. Met mijn voeten in een put zand. Het zand rolde weg en er kwam een rond stuk met een glimmend ding tevoorschijn. Ik wist direct dat het een landmijn was. Ik waarschuwde een Engelse soldaat. De hele weg werd afgezet. Op de dijk werd de mijn opgeblazen. Hij vond het spannend en ik ook! De ontplofte landmijn waaierde wijd uit in een enorme zwarte paddenstoel in de lucht. Later kwam dat allemaal terug. Daar had mijn levenslamp uitgeblazen kunnen worden. Daarom is psalm 37 vers 12 ( berijmd ) voor mij vol betekenis. Elke dag gebeurde er wel wat. Wij speelden met de slagpennen van de granaten. Zo`n granaat was een lange witte staaf, ik nam ze mee naar school daar staken wij ze in brand, ze gingen er sissend vandoor . Dat was leuk. In die tijd stond ik voor de garagedeur terwijl er een luchtgevecht aan de gang was tussen een Engels en een Duits vliegtuig. Terwijl wij dat in spanning gadesloegen sloeg er met een klap een granaatscherf dwars door de garagedeur heen! Vele jaren later moest ik zien hoe ik ook kennelijk daar gespaard was door de Heere. Na dit later in het ziekenhuis eens verteld te hebben aan andere patiënten zei één van die patiënten tegen mij:”  ik weet wel waarom je dat overleefd hebt, je moest nog predikant worden van jouw God.” En zo was het ook.
Aan het eind van de oorlog werd de brug opgeblazen. De Duitsers trokken zich terug. Wij kropen in de schuilkelder. Mijn oom stak zijn hoofd nog even buiten de deur om te kijken hoe ver het was . Op dat moment werd de brug opgeblazen, en het hoofd van mijn oom heeft maandenlang grote strepen gehad op de plaats waar de deur dichtsloeg.
Toen de Duitse soldaten vertrokken waren kregen wij Engelse soldaten ingekwartierd. Ze zetten de keukenwagen bij ons achter op de stoep. Het eerste wat zij deden was thee zetten. Het waren leuke lui, hun granaten hadden de vorm van een ei. Met de bevrijding vluchtten de Duitsers in groten getale met de fiets. Er kwam een groepje soldaten met een bagagekar langs. Nadat zij de brug overgestoken hadden, liften zij om sneller weg te kunnen komen. Er kwam een legerwagen aan, die voor hen stopte. Ze gooiden hun bagage er in en zeiden tegen ons dat wij de kar terug moesten brengen naar het station. Wij hadden geen zin om er verder moeite voor te doen en namen de kar mee naar huis. Mijn vader zette hem in de garage en laadde hem vol spullen, zodat wij bij een evacuatie direct konden vluchten. Toen de brug opgeblazen werd vluchtten wij.
Mijn vader heeft al bij het begin van de oorlog gezegd : niet Hitler regeert, maar God. Dit was ook mijn troost. Later hebben we de draad van het leven weer opgenomen. Mijn vader dacht eerst dat hij dominee moest worden en meldde zich bij het curatorium. Dat was al voor de tweede keer. Toen zei hij tegen mijn moeder: “als ze mij weer afwijzen dan pak ik mijn fiets en ga verder met de zaak.” Dat heeft hij ook gedaan, het curatorium zei: ‘Schreuder je hebt een roeping als ouderling en moet in je gemeente blijven dienen.’Dat heeft mijn vader gedaan en hij is 45 jaar lerend ouderling geweest. Hij was als een vader voor de gemeente van Amersfoort. Het bedrijf floreerde en hij werd gesterkt door Gods belofte :” Beproef Mij toch hierin,zegt de HEERE van de legermachten, of Ik niet de vensters van de hemel voor u zal openen, en zegen over u zal uitgieten, zodat er geen schuren genoeg zullen zijn.” Het bedrijf groeide uit tot een prachtige onderneming met 400 man personeel.  Zo heeft de Heere Zijn beloften vervuld in het leven van mijn vader, ondanks alles wat er in zijn leven gebeurd is. En zo ging Hij met mij zijn weg als kind, dwars door de oorlog heen ben ik gedragen en gespaard! “
https://www.youtube.com/results?search_query=zijn+machtig+arm+beschermt+de+vromen

 
 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *