Leven!

Leven! ( 2 )
 
Johannes 11.
 
In de tijd dat de Heere Jezus op aarde was waren Zijn leerlingen altijd bij Hem. Je zag dat wel vaker. Ongewoon voor Zijn tijd was echter het feit dat er veel vrouwen onder Zijn leerlingen waren. ( Mat 27: 55 ). Deze vrouwen volgden Hem overal !( Marcus 15: 41 )
Ze zorgden zelfs uit hun eigen middelen voor Hem ( Lucas 8: 2 ) De liefde voor de Heere Jezus was zó groot dat zij Hem volgden tot aan Zijn bittere kruisdood. ( Lucas 23: 49 )
 
Martha en Maria waren ook onder deze volgelingen. Samen met hun broer Lazarus mochten ze delen in de grote liefde die de Heere Jezus voor hen had. Martha heeft de troost en bijstand die de Meester haar gaf niet voor zichzelf gehouden. Zij dacht gelijk aan haar zus! “ De Meester is er, en Hij vraagt naar je! “ zei ze vol hartelijke liefde tegen Maria.
 
Wat een bericht! Maria aarzelt geen ogenblik. Hoewel de Heere Jezus nog niet aangekomen is in haar hart  staat ze op en gaat Hem tegemoet. Ze begrijpt niets van het feit dat haar broer gestorven is. En dat nog wel terwijl hij zoveel van de Meester hield, en ze Hem ook direct geroepen hadden! Hoewel je het niet zou denken, en je het ook niet aan haar kunt zien is haar hart vol bitterheid en onbegrip.
 
De Joden – die over het algemeen erg nieuwsgierig van aard zijn – liepen zo hard ze konden achter Maria aan. Wat zou er gaan gebeuren? Ze wilden het precies weten. Maria zou wel naar het graf van haar broer gaan, om daar te huilen en te klagen.
 
Maar de gang van Maria is niet naar het graf van haar broer. Voor de ogen van de Joden valt ze op haar knieën voor de Heere Jezus neer. Daar staat Hij, Die de Opstanding en het Leven is.
Wanhopig roept Maria : “ Als U hier was geweest Heer, zou mijn broer niet gestorven zijn! “
 
Maria waar haal je de moed vandaan om leven en dood ter discussie te stellen bij God?
Maar de Meester is niet van Zijn stuk gebracht. Hij is gekomen om de dood teniet te doen. Hoewel Hij het heel erg vindt dat er nog steeds maar zo weinig tot helemaal geen geloof in zijn leerlingen aanwezig is, ontroeren Hem het verdriet en de wanhoop. Diep bewogen vraagt Hij “ Waar hebben jullie Lazarus neergelegd? “
“ Hier, Meester, kijk. “
In het aangezicht van de dood is elk woord er één teveel.
De Heere Jezus – Die alle nood en verdriet aanvoelt als geen ander – begint ook te huilen.
 
“ Wat heeft Hij veel van Lazarus gehouden! “ mompelen de nieuwsgierige Joden tegen elkaar. Dat wekt toch wel respect, al duurt het niet lang helaas.
“ Hij heeft een blinde de ogen geopend “ moppert er alweer één. “ Hij had makkelijk de dood van Lazarus kunnen voorkomen! “
Wat een gebrek aan respect en ontzag voor de Koning van leven en dood! Opnieuw ergert de Heere Jezus Zich over dit totale gebrek aan geloof aan Zijn almacht en soevereiniteit.
Zonder omhaal loopt Jezus op het graf toe.  Graven in die tijd bestonden vaak uit natuurlijke of kunstmatige grotten waarvan de ingang werd afgesloten met een ronde platte steen.
“ Haal de steen weg! “ beveelt de Levensvorst.
“ Maar Heere, de stank! Hij is al vier dagen dood! “ Ja, het bederf van het beste geeft het slechtste.
Weer dat ongeloof!
“ Maria, ik heb je toch gezegd dat je Gods grootheid zult zien als je gelooft? “
Als Jezus spreekt, dan spreekt Hij met macht.
Ze halen de steen weg.
Er is nog niets gebeurd verder. Toch gaat Jezus danken. Zijn ogen richten zich op de hemel waar Hij Zijn Vader weet.
“ Vader,  Ik dank U dat U mij hebt verhoord. U verhoort Mij altijd, dat weet Ik. Maar Ik zeg dit om de mensen om Mij heen. Opdat ze zullen geloven dat U Mij gezonden hebt. De Heere Jezus wijst op de harmonie en de eenheid in Zijn verhouding met de Vader ( zie 5: 19 ) en Hij begint te danken!
Zo zullen de toeschouwers begrijpen dat dit alles niet op Zijn initiatief, maar namens Zijn Vader is gebeurd!
“ Lazarus, kom naar buiten!! “ roept Hij met krachtige stem. Hier is de Grote Profeet aan het Woord! De roepstem  Die Lazarus tot leven wekt kondigt een andere stem aan: Die van de Zoon van God Die eens alle doden zal opwekken! ( zie 5: 25 – 29 )
Het wonder!
De dode komt uit het graf! Zijn handen en voeten in linnen gewikkeld, zijn gezicht bedekt door een doek. “ Maak de doeken los! En laat hem gaan. “ beveelt de Heere Jezus.
Het gebeurt zoals Hij bevolen heeft.
Veel Joden die naar Maria gegaan waren en alles gezien hadden wat er gebeurd was kwamen tot geloof. Het heerlijke geloof in de Zoon van God Die zondaren tot leven roept!
Helaas gebeurde er – zoals altijd –  weer iets vervelends. Enkele Joden liepen naar de farizeeën om hen te vertellen wat er gebeurd was. Je denkt misschien dat ze blij waren! Maar het tegendeel was het geval. Ze zijn helemaal van hun apropos.
“ Wat moeten we doen? Deze man doet veel wondertekenen. Als we Hem Zijn gang laten gaan zal iedereen in Hem gaan geloven.
Dat zal vele politieke gevolgen hebben voor het Sanhedrin, de Joodse Raad. Als de Romeinse bezetter het gezag van het Sanhedrin niet meer zou steunen was er niet veel toekomst meer voor de Raad weggelegd. De Romeinen zouden komen en de tempel en het volk vernietigen. Wat een ellendige toekomst zouden hen wachten!
Kajafas de Hogepriester is een wijs man. Hij zegt:  “ Begrijpen jullie het niet? Het is veel beter dat er één man sterft voor het hele volk dan dat het hele volk verloren zou gaan! “
Zonder het te weten was Kajafas een profeet. De Heere Jezus zou niet lang daarna werkelijk sterven. Maar niet alleen voor de zonden van het volk. Hij zou ook sterven om de verstrooide kinderen van God bijeen te brengen.
Door de dood van de Heere Jezus zal Hij alle mensen, Joden en niet – Joden in één volk te verenigen. Het zal worden één kudde, met één Herder!
Het wonder van Lazarus brengt velen tot geloof. Maar het brengt de Raad tot het besluit en overleg hoe ze Hem zouden kunnen doden.
Wat een contradictie! Het Wonder van Christus brengt de één tot leven, de ander tot de dood.
Dat is nog steeds zo! We moeten allemaal – geestelijk – eerst sterven om door Hem tot leven geroepen te worden. Sterven aan onszelf. Aan onze kracht en goede daden. Sterven aan alles wat nog leven kan zonder de levendmakenden genade van Christus.
Doden, die zullen horen de Stem van de Zoon van God. En Die ze gehoord hebben, die zullen leven. Tot in eeuwigheid!

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *