Het geloof, een wonderding!

 
Wij zijn slechts een aarden pot voor deze schat. Het moet duidelijk zijn dat onze overweldigende kracht niet van onszelf komt, maar van God. ( 2 Kor. 4: 7 )

Deze woorden heeft Paulus na zijn bekering uitgesproken. De apostel van Jezus Christus had via de Heilige Geest onderwijs ontvangen van de Opperste Leermeester, en de wil van God voor zijn leven begrepen.

God wilde Zich in Zijn eindeloze goedheid toch weer bekendmaken aan de hele wereld. Na de zondeval was het verstand van alle mensen helaas nog maar een fractie van wat het in de volmaakte staat geweest was. Het menselijk verstand werd verduisterd. Het kostte de mens sindsdien niet alleen veel moeite om iets te leren, maar wat de zaken van het Koninkrijk van God betreft, werd ons verstand zelfs helemaal verduisterd. De Bijbel zegt dat er uit zichzelf niemand meer was die naar God vroeg. Hoe intensief de Heere God na de tragische catastrofe met Adam en Eva ook zocht naar iemand die verstandig was – die God zocht –  Hij vond er niet ééń. ( Psalm 14)
Het is een onbegrijpelijk wonder dat de Heere het daarbij niet heeft gelaten. Het genadeverbond werd gelijk na de zondeval gesloten ( Gen. 3 ) en voorzag in alle ontstane ellende. De Zoon van God werd naar deze wereld gezonden. In volkomen overgave aan de wil van Zijn Vader gaf Hij Zichzelf. De grootste Schat die de eeuwigheid bevatten kon heeft Zich als een gewillig Offer gegeven aan het Kruishout van Golgotha. ( Jesaja 53 ) Zodat wij nooit meer voor altijd van God verlaten hoeven te worden. Dat kan wel tijdelijk gebeuren in ons leven, om ons er iets van te leren hoe zwaar die last is.

Zoals het werk van de Heere Jezus met lijden gepaard ging, zo werd ook het werk van de apostelen via lijden en zichtbare zwakheid volbracht. Als we ons realiseren dat elk van deze mannen de marteldood gestorven is, wordt duidelijk dat het hier op aarde voor een volgeling van Christus vaak niet al te best afloopt. Dit gegeven kon Paulus echter niet tegenhouden in het vervullen van zijn taak. Dit gegeven kan geen enkele discipel afhouden van zijn opdracht. De kern van deze opdracht is dat Jezus Christus de Heere is, de Enige en Waarachtige God, boven alles en allen te prijzen tot in eeuwigheid.

‘Omwille van God ben ik uw dienaar ‘ verzekerde Paulus de gelovigen in Korinthe. ‘De God Die gezegd heeft dat er uit de duisternis licht zal schijnen ( Gen.1: 3 ) heeft in ons hart het licht doen schijnen om ons te verlichten met de kennis van Zijn luister. De luister die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus.’  ( 2 Kor. 4: 6) Dit licht moet dus eerst zelf ervaren worden. Paulus had het gezien op de weg naar Damascus tijdens zijn ontmoeting met de opgestane Heer en deze ontmoeting deed hem als dood neervallen, verblindde zijn ogen en ontwapenden zijn hart. ( Hand. 9: 1 en 9 )
Het beeld dat hij schetst over de aarden pot is inherent aan de broze mens die met zijn lichaam vastzit aan de oude schepping. ( 2 Kor. 4 vs 10, 16, 5:1 ) Juist vanwege zijn werk als apostel kreeg hij te maken met allerlei tegenspoed en lijden. In vers 9 – 11 vermeldt hij de reden daarvan: “ We dragen in ons bestaan altijd het sterven van Jezus met ons mee, opdat ook het leven van Jezus in ons bestaan zichtbaar wordt.”In zwakheid, en niet in de eerste plaats in het vertoon van geestelijke kracht wordt het leven van onze Zaligmaker dus het meest zichtbaar. Tegen de zwarte achtergrond van ons lijden en onze struikelende gang achter Jezus aan schittert deze Diamant het voortreffelijkst.

De geringe last die wij tijdelijk te dragen hebben brengt ons een eeuwige luister die alles omvat en alles overtreft. Want de zichtbare zaken zijn tijdelijk, maar de onzichtbare eeuwig.Deze onzichtbare zaken worden slechts ontdekt door het geloof.( Hebr. 11:1)Als wij het deksel van ongeloof afleggen dan vinden wij  Christus Jezus Die als een blinkende stralende en weergaloos mooie Schat in al Zijn Heerlijkheid op ons wacht. 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *